Traag van hart
Lukas 24:25
„En Hij zei tot hen: O onverstandigen en tragen van hart om te geloven al hetgeen dat de profeten gesproken hebben!”
De apostelen zijn zo traag, dat onze Heere Jezus Christus hen verwijten moet dat zij zo zwak en ongelovig zijn (Markus 16:14; Lukas 24:25). Dat zij zo grof en zo zwaar van hoofd zijn, dat zij dit niet begrijpen kunnen. Daar dan de apostelen dit artikel des geloofs zo kwalijk hebben kunnen begrijpen, moet ons dit te meer verzekeren. Want omdat zij hiertoe, als met geweld, gebracht zijn, is het wel onze plicht hen na te volgen, zoals onze Heere zegt: Thomas! Gij hebt gezien en hebt geloofd, maar gelukkig zijn zij, die het niet gezien en geloofd hebben (Johannes 20:29). Als er dan nu gezegd wordt dat Jezus Christus aan de twee vrouwen verschenen is, laat ons dan denken aan hetgeen door de apostel Paulus op een andere plaats gezegd is (1 Thessalonicenzen 2:13): dat wij niet letten moeten op degenen die er spreken, om volgens de geldigheid van hun persoon hun zeggen te geloven; maar dat wij veel meer onze ogen en harten omhoog verheffen moeten, om God gehoorzaam te zijn, Die wel waard is dat Hij in alles de overhand over ons heeft en wij onszelf Zijn Woord gevangen geven. Want indien wij niet gaarne willen leren, zo is het zeker dat wij met de Evangelieleer nimmer voordeel zullen doen. Men moet het voor geen dwaasheid achten, wanneer wij aannemen wat God ons betuigt.
Johannes Calvijn, predikant te Genève
(”Het gepredikte Woord”, 1965)