Het is 25 januari 2020. Johanna Boogert-Simon (37) uit Driebruggen vertrekt met haar man Ernst (31) en vier kleine kinderen van acht, vijf, drie en twee maanden naar Israël. „Mijn man wilde zijn theologische promotieonderzoek daar doen”, legt Boogert uit. Ze hoeft er niet lang over na te denken. Ook haar ouders gaan mee, om de kinderen onderwijs te geven.

Een maand na aankomst wordt bij de eerste Israëliër het coronavirus vastgesteld. Op 19 maart volgt er een strenge lockdown. Boogert: „We mochten zelfs onze tuin niet zomaar uit.” Toch ervaart ze het niet als een last.

Inmiddels is in Nederland het thuisonderwijs ook de norm. De juffen van school mailen naar alle ouders opdrachtjes voor Oranjedag. Ook Boogert gebruikt deze tips.

De dag voor Koningsdag komt het gezin al in de stemming en starten ze met het maken van oranje slingers. Ook de buren doen mee. Een Joods-Messiaans en een Joods-Italiaans-Jeminitisch gezin.

Op 27 april is het zover. De ochtend is het nog rustig; de buurkinderen hebben nog les. Na de lunch beginnen de oud-Hollandse spellen: spijkerpoepen, snoephappen en hindernislopen. Het hele gezin Boogert is in het oranje gekleed. „De buren vonden het heel grappig.”

Het is een creatieve Koningsdag. Geen vlag uit, Wilhelmus of Oranjetompouce. Wel oranje slingers, Koningsspelen en kwarktaart. Boogert: „Juist door de lockdown staken we veel tijd en energie in het vermaken van de kinderen in de tuin. Het was onvergetelijk.”

> Dit is het derde deel in een serie interviews over memorabele Koningsdagen