Column Mariska: Stil
Mam, mijn rem doet het niet meer. Ik kijk verschrikt naast me en zie hem al met zijn fiets tegen een auto rijden. Of eronder komen. Maar gelukkig, hij weet zich met piepende schoenzolen op de grond aardig af te remmen.
Uiteindelijk komen we veilig thuis. Eén ding is zeker: hier moet iets gebeuren. En snel ook. Daar gaat mijn goede voornemen om even stille tijd te nemen.
„Mam, denkt u aan mijn voetbaltoernooi? Ik moet dan mijn nieuwe tenue aan. En dat zit nu nog in de was…” Ik kijk naar de wasmand, met bult. En zucht. Hier kan ik niet omheen. Ik sjouw de mand naar de zolder, waar onze wasmachine staat, en prop de boel erin. O, er hangt ook nog een was die opgevouwen moet worden. En gestreken.
Even later volgt mijn stilletijdmoment, ik weet het zeker. Ik heb thee gezet, een grote mok vol, en de Bijbel –met schrift en pen– al klaargelegd. Terwijl ik naar de keukentafel loop, gaat de bel. De buurvrouw. Of ze even wat kan delen. „Natuurlijk”, zeg ik. En ik meen het. Samen theedrinken is ook fijn. En belangrijk op z’n tijd.
De kaas is op. En de melk. Basiselementen in ons gezinsleven. En omdat er ook nog een cadeautje voor een naderende verjaardag moet worden gekocht, stap ik op de fiets richting de winkels. Het schriftje ligt nog steeds blanco op tafel. Hopelijk lukt het deze week om het een beetje te vullen.
„Honderd plaatsnamen?” vraag ik. „Weet je het zeker?” Voor mijn gevoel is de topografietoets waarvoor mijn zoon er vijftig moest leren –wat helaas toch een onvoldoende opleverde– nog maar net achter de rug. Nu moeten de plaatsen 1 tot en met 50 worden herhaald, de rest is nieuw. Zucht. Daar gaan we weer. Voor ik het weet is avond vier van de Stille Week voorbij.
In mijn hoofd gaat de term ”Stille Week” een eigen leven leiden. Alsof ik er deze week een extra moeten bij heb. Schuldgevoel ligt op de loer, want ik weet wel dat het deze week helemaal niet anders zal gaan dan andere weken.
En dan is het opeens al Goede Vrijdag. Langzaam daalt de Boodschap van dit heilsfeit in. Pure genade voor mensen die de kloof tussen God en hen nooit zelf kunnen dichten. Zelfs niet door elk uur stille tijd te houden. Daar word je vanzelf stil van. Zelfs in de winkel of tijdens de strijk.