Israëlische premier had beter naar signalen uit eigen partij moeten luisteren
De Israëlische coalitie wankelt. Met het overlopen van parlementariër Idit Silman van de rechtse partij Yamina naar de oppositiepartij Likud van oud-premier Benjamin Netanyahu is de regering haar meerderheid in de Knesset kwijt. Voor de bevolking doemt het schrikbeeld van de zoveelste verkiezingen binnen korte tijd op.
Met die nieuwe stembusgang zal het op korte termijn zo’n vaart niet lopen. Want de volksvertegenwoordiging komt pas op 9 mei van het voorjaarsreces terug. Tot die tijd zal de regering wel blijven zitten. Maar nieuwe wetgeving door de Knesset loodsen, zal vrijwel onmogelijk zijn. Daarvoor moet premier Naftali Bennett om steun bij de oppositie bedelen, en die zal daar niet zomaar toe genegen zijn.
Integendeel. Netanyahu rekent zich dezer dagen een slag in de rondte hoe hij voldoende Knessetleden aan zijn kant kan krijgen om zonder verkiezingen een nieuwe –rechtse– regering te vormen. Hij ontving Silman met open armen en bood haar zelfs op voorhand al een ministerspost aan. Tegelijkertijd deed hij een oproep aan potentiële dissidenten in de coalitie om zich bij hem aan te sluiten.
Met alle twijfels bij deze manier van politiek bedrijven, zou Bennett wel een voorbeeld aan Netanyahu kunnen nemen als het gaat om de inspanningen die hij zich getroost. Want terwijl de premier zich opwierp als bemiddelaar in het conflict tussen Rusland en Oekraïne en zelfs bij de Russische president Vladimir Poetin op bezoek ging, liep het in eigen huis uit de hand. Hij had beter naar de signalen in zijn eigen partij moeten luisteren. Dat had de huidige politieke crisis mogelijk voorkomen.
Ogenschijnlijk was de aanleiding voor het opstappen van Silman geen bijzonder prangende kwestie. De parlementariër was boos over een brief die minister van Volksgezondheid Nitzan Horowitz aan Israëlische ziekenhuizen had gestuurd. Daarin riep hij op de uitspraak van het hooggerechtshof te respecteren. Dat had al in 2020 bepaald dat mensen tijdens Pesach gedesemd –en dus niet koosjer– brood naar het ziekenhuis mee mogen nemen. Voor Silman is dat een onaanvaardbare aantasting van de Joodse identiteit.
Dat was echter bepaald niet de enige reden voor Silmans vertrek. Vorige maand uitte ze al diverse keren haar ontevredenheid over het regeringsbeleid. Afgelopen week werd Bennett ook nog eens expliciet gewaarschuwd dat de Likudpartij haar oog op de dissidente parlementariër had laten vallen.
Die voortekenen had premier Bennett serieus moeten nemen. Daarmee is overigens niet gezegd dat hij op de langere termijn het leven van deze toch al wankele coalitie had kunnen redden. Een samenwerkingsverband van partijen uit heel het politieke spectrum, die bij de moeizame totstandkoming alleen maar de afkeer van Netanyahu deelden, zou immers vroeg of laat barsten gaan vertonen. Het is echter wel wrang dat de huidige scheur wordt veroorzaakt door iemand uit Bennetts eigen partij.