Politiekmondkapjesdeal

Zwichtte De Jonge voor Van Liendens gebluf?

Staatsrechtelijk is het een curiositeit: woonminister De Jonge komt zich verantwoorden voor zijn handelwijze als oud-zorgminster rond de mondkapjesdeal. Kan hij daarmee de boosheid van de oppositie temmen? Drie vragen.

6 April 2022 15:14
Woonminister Hugo de Jonge. beeld ANP, Bart Maat
Woonminister Hugo de Jonge. beeld ANP, Bart Maat

Wat is de mondkapjesdeal?

Toen de coronacrisis uitbrak, wilde het ministerie van Volksgezondheid een ieder-voor-zichgevecht tussen zorginstellingen om schaarse mondkapjes voorkomen. Daarom richtte het departement een eigen Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) op dat de beschermingsmiddelen centraal ging inkopen. Op 19 april 2020 sloot dit LCH een overeenkomst met de op papier ideële Stichting Hulptroepen Alliantie van mediapersoonlijkheid Sywert van Lienden over het leveren van 40 miljoen Chinese mondkapjes. Met de order was een bedrag van ruim 100 miljoen euro gemoeid.

Bijna een jaar later bleek de deal op een behoorlijk fiasco te zijn uitgedraaid. De mondkapjes lagen nog in het magazijn, de schaarste was intussen omgeslagen in een overschot. Dankzij een slimme constructie –onder de stichting hing een geheime, commerciële bv– hielden Van Lienden en zijn medeaandeelhouders bovendien miljoenen aan de transactie over. Én, behalve duur was de overeenkomst ook in kwalitatief opzicht ronduit slecht. De kapjes bleken grafeen (nanomateriaal van koolstof) te bevatten. Volgens een inspecteur van het RIVM vormden ze daardoor zelfs een onacceptabel gezondheidsrisico.

Waar kijkt de Tweede Kamer De Jonge op aan?

Dankzij een aantal succesvolle WOB-verzoeken is inmiddels duidelijk dat het LCH Van Lienden liever buiten de deur had gehouden. Uiteindelijk was De Jonge degene die dat met een reeks sturende WhatsAppjes richting een topambtenaar verijdelde. Zijn bemoeienis lijkt van dien aard te zijn geweest dat de order er zonder zijn inmenging vermoedelijk nooit was gekomen. Het ministerie drukte de deal zelfs door, tegen de zin van het LCH in. Dat valt maar moeilijk te rijmen met de uitspraak: „Bij de besluitvorming ben ik niet betrokken geweest”, die De Jonge op 9 juni 2021 in de Kamer deed.

Donderdag gaat De Jonge de confrontatie met de Kamer aan. Stel dat hij zich dan verontschuldigt voor deze te stellige bewoordingen, is de kous daar dan mee af?

Dat is zeer de vraag. Nu zijn bemoeienis groter blijkt dan hij eerst deed voorkomen, is de vraag waarom hij er zo aan hechtte dat zijn ministerie en Van Lienden onderling overeenstemming bereikten over diens bod.

Van Lienden zette hoog in: hij suggereerde dat de schaarste aan mondkapjes al lang overwinnen had kunnen zijn als het ministerie maar eerder met hem in zee was gegaan. Het vrijgegeven WhatsAppverkeer doet ernstig vermoeden dat De Jonge het imago van het departement wilde beschermen en daar zo op gebrand was dat hij zwichtte voor Van Liendens gebluf.

Als De Jonge dat beeld weet te nuanceren, kan dat voor een tijdelijke adempauze zorgen. Daar staat tegenover dat niet elke partij er gerust op is dat het ministerie niet zal proberen om het onderzoek van accountantsbureau Deloitte naar de deal, dat in volle gang is, zoveel mogelijk te dwarsbomen. Zodra er signalen opduiken die daar op wijzen, zullen er in de Kamer zeker stemmen opgaan om dan maar een eigen parlementaire ondervragingscommissie aan het werk te zetten en is De Jonge nog lang niet van de kwestie af.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer