Vorig jaar dreigde het einde van het defilé, toen Defensie in maart bekendmaakte wegens capaciteitstekort niet meer jaarlijks, maar eens in de vijf jaar met detachementen van de krijgsmacht aan de militaire optocht te zullen deelnemen. Defensie zou nog wel jaarlijks steun bieden die alleen de krijgsmacht kan leveren, zoals militaire muziek. Wat derden kunnen, zoals catering, tentopbouw en logistiek, zal Defensie niet meer doen.

Na overleg met onder meer Wageningen45 en de gemeente Wageningen kondigde toenmalig minister Ank Bijleveld-Schouten in mei tijdens het bevrijdingsdefilé aan dat de jaarlijkse deelname zou blijven, in kleinere vorm dan voorheen, maar “met een representatieve delegatie die eer doet aan onze bevrijders”. In de vrijdag gesloten overeenkomst wordt dat bekrachtigd.

Directeur Thera Westerhoud van Wageningen45 is blij met het convenant. “Het Bevrijdingsdefilé is nu toekomstbestendig. Samen met Defensie en het Nederlands Veteraneninstituut eren we alle dappere mannen en vrouwen die vanaf de Tweede Wereldoorlog tot nu toe onze vrijheid waarborgen, ook degenen die nu op vredesmissie gaan. Juist in deze tijd, waarin die vrijheid weer onder druk staat, is de boodschap die we met het defilé willen uitdragen relevant.” Wageningen45 spreekt in dat kader niet meer van ‘herdenken en vieren’ van de vrijheid, maar van ‘herdenken en koesteren’.

In verband met de oorlog in Oekraïne zal het Bevrijdingsdefilé dit jaar sober zijn. “We hebben verschillende scenario’s liggen om mee te kunnen bewegen met de actualiteit”, aldus Westerhoud. Elders worden bevrijdingsritten met historische voertuigen afgelast wegens Oekraïne. In het defilé rijden die wel mee. “Maar ze hebben dan ook een functie: het vervoeren van veteranen.” Tijdens het defilé zal er ook aandacht zijn voor de situatie in Oekraïne.

Middelbare scholieren uit Wageningen, Arnhem en Nijmegen schrijven brieven aan alle nog levende veteranen uit de acht landen die in de Tweede Wereldoorlog op Nederlandse bodem voor vrijheid vochten.