Voor ons
Galaten 3:13
„Christus heeft ons verlost van de vloek der wet, een vloek geworden zijnde voor ons; want er is geschreven: Vervloekt is eenieder, die aan het hout hangt.”
Toen Jezus op de aarde leefde, leefde Hij als Iemand Die geheel voor ons afgezonderd was, en toen Hij stierf, stierf Hij voor ons: „Hij is een vloek voor ons geworden” (Galaten 3:13). Toen Hij aan het vervloekte kruishout hing, hing Hij daar in onze plaats. Hij vulde slechts onze plaats. Toen Hij begraven werd, werd Hij voor ons begraven. Het doel daarvan was om onze graven te doorgeuren, éér wij daarin dalen. Toen Hij opstond, was dat tot onze rechtvaardigmaking (Romeinen 4:25). Toen Hij in heerlijkheid opvoer, was dat, naar Zijn eigen getuigenis, om ons plaats te bereiden. Was dit niet zo geweest, dan zou Hij het ons gezegd hebben (Johannes 14:2). Nu Hij in de hemel is, leeft Hij daar voor ons: „Alzo Hij altijd leeft om voor ons te bidden” (Hebreeën 7:25). Als Hij zal weerkomen om de wereld te oordelen, zal Hij ook voor ons komen, want: „Hij zal komen om verheerlijkt te worden in Zijn heiligen en wonderbaar te worden in hen, die geloven” (2 Thessalonicenzen 1:10). Hij zal komen om Zijn heiligen bij Hem thuis te vergaderen, opdat zij allen naar ziel en lichaam voor eeuwig zullen zijn waar Hij is. Zoals Hij Zich in Zijn heiliging geheel tot ons nut afzonderde, gaf Hij Zichzelf, Zijn leven, Zijn tijd, Zijn dood; ja, alles voor ons.
John Flavel, predikant te Dartmouth
(”Gods onbegrijpelijke liefde”, 1664)