De Vries schrijft dat in een brief aan de Tweede Kamer. De Kamer had de minister om de brief gevraagd naar aanleiding van het wangedrag van supporters rond de bekerwedstrijd op 29 maart tussen Ajax 2 en FC Utrecht. De minister vindt een nadere analyse van de ontwikkelingen noodzakelijk.

De voorzitters van het Korpsbeheerdersberaad en de Raad van Hoofdcommissarissen hebben De Vries laten weten hun standpunt over de politie-inzet bij evenementen en voetbalwedstrijden te handhaven. Dat betekent dat bij evenementen en voetbalwedstrijden de organisator zelf verantwoordelijk is voor het verloop van het evenement.

De stuurgroep bestrijding voetbalvandalisme heeft afgesproken dat in de laatste weken van het voetbalseizoen de aandacht wordt gericht op wat er binnen de stadions gebeurt. Voor de politie betekent dit dat zij klaar moet staan om bij dreigende ongeregeldheden op te kunnen treden.

Burgemeester Cohen van Amsterdam geeft met ingang van volgend seizoen pas een vergunning af voor een risicowedstrijd als Ajax kan aantonen dat er voldoende maatregelen zijn getroffen om de veiligheid te waarborgen. Die verantwoordelijkheid ligt bij de club. Een wedstrijd moet kunnen worden gespeeld zonder de aanwezigheid van de politie in het stadion.

Volgens Cohen heeft de Amsterdamse driehoek (burgemeester, hoofdofficier van justitie en korpschef van politie) afspraken gemaakt met Ajax over een pakket aan maatregelen. Welke dat precies zijn maakte hij niet bekend, behalve dat ze in het verlengde liggen van de afspraken die in 1997 zijn vastgelegd door het Centraal Informatiepunt Voetbalvandalisme CIV.

Het geweld van de 29e maart noemde Cohen „onacceptabel.” Hij vergeleek de organisatie van een voetbalwedstrijd met een danceparty. „Bij een danceparty komen ook heel veel mensen. Dat de organisatoren pas een vergunning krijgen als ze kunnen instaan voor de veiligheid en openbare orde, vinden we heel normaal”, zei Cohen.

De overkoepelende organisatie van de voetbalsupporters (SOVS) is een voorstander van beperkende alcoholmaatregelen. Marcel Winkelman, bestuurslid van de samenwerkende-voetbalsupportersvereniging, vindt dat echter onvoldoende. „Het is een beetje ad hoc. Ik ben meer geïnteresseerd in het onderzoek dat de minister wil houden. Dat men serieus naar de problemen kijkt, is natuurlijk een goede zaak.”

Willem Veenman, voorzitter van de supportersvereniging van Feyenoord, spreekt van een „losse flodder” van minister De Vries inzake een algehele stopzetting van het gebruik van alcohol bij uitreizende supporters. „Een loze kreet”, aldus de Rotterdammer. „De verkiezingen komen er zeker weer aan. Die man weet niet waarover hij praat.”

Alle Europese lidstaten moeten meldpunten voor geweld rondom voetbalwedstrijden instellen, zoals het Nederlandse Centrum Informatie Voetbalvandalisme (CIV). Deze centra moeten bovendien beter met elkaar gaan samenwerken binnen de Europese Unie. Daarvoor pleit het Europees Parlement in een advies aan de EU-lidstaten.

Momenteel kennen slechts enkele lidstaten, waaronder Nederland, zo’n meldpunt, dat gegevens bijhoudt over harde kernen van gewelddadige supporters. Verder ontbreekt het vaak aan samenwerking tussen politiediensten en experts op het gebied van supportersgeweld bij de voetbalbonden. Daardoor kunnen hooligans volgens het Europees Parlement te vaak ongehinderd hun gang gaan.