Koning staat in Brielle stil bij kantelpunt 1572
„In naam van Oranje doe open de poort!” Lawaaierig marcheert de fanfare door de kerk van ‘Den Briel’. Even later komt Oranje: koning Willem-Alexander woont de opening van het herdenkingsjaar van de inname van de stad in 1572 bij.
Brielle herdenkt de verovering door de watergeuzen elk jaar, en om de vijftig jaar is het staatshoofd erbij. Donderdagmiddag kwam de koning naar de Catharijnekerk.
Voor de gelegenheid is een van de toegangen tot de vesting met balken afgesloten, maar een oranjegeschilderd voetgangerstunneltje is open. De geuzen moesten 450 jaar geleden iets meer moeite doen om binnen te komen.
„Toeval brengt ons hier bijeen”, zegt nu directeur Oudshoorn van Amnesty International. „De wind draaide, de kapersvloot werd de monding van de Maas ingeblazen.” Zo was Den Briel de eerste stad die aan de Spanjaarden werd ontfutseld.
Applaus
Carillonklanken buitelen over de vesting op Voorne-Putten. De grootste klok dateert uit 1482; die was er al toen de geuzen van Lumey de Noorderpoort bestormden.
Bij de ingang van de kerk spreekt de koning met de ambassadeur van Oekraïne. Die krijgt even later applaus. „Vrijheid vraagt om verdraagzaamheid, verbondenheid in verscheidenheid”, noemt presentator Diederik Jekel de thema’s van het herdenkingsjaar. „Gezien de verschrikkelijke dingen die in Europa gebeuren, zie je dat ze nog net zo relevant zijn als toen.”
„Onze harten en gedachten zijn bij het lijden van uw land”, zegt burgemeester Rensen tegen ambassadeur Kononenko. Burgemeester Wienen uit Haarlem trekt een parallel met vroeger: Zelenski doet hem denken aan Willem van Oranje, die ook alle moeite deed steun voor zijn strijd te vinden in het buitenland.
Burgeroorlog
Rensen wijst op wat hier gebeurde, ruim drie jaar nadat Den Briel in handen van de geuzen kwam: in deze kerk werd in juni 1575 het derde huwelijk van Willem van Oranje gesloten, met Charlotte de Bourbon. Nu zijn er vertegenwoordigers bijeen van de 42 steden die deelnemen aan het herdenkingsjaar.
„1572 was in veel opzichten een kantelpunt”, zegt de burgemeester. Na Den Briel werden meer steden veroverd, of ze kozen zelf de kant van de prins. Maar de strijd om onafhankelijkheid duurde lang. „Het was helaas ook een burgeroorlog.”
De koning trekt aan een touw: een vlag schuift omhoog en de plaquette ”Brielle 450 jaar Eersteling der Vrijheid” wordt zichtbaar. „1572 was een cruciaal jaar”, stelt de Antwerpse historicus Guido Marnef. Zelf kan hij niet bij de herdenking zijn, maar zijn vrouw leest zijn toespraak over. En dan gaat het over de 26 schepen die voor Den Briel verschenen en de stad opeisten voor Oranje. Prins Willem was op de Dillenburg en hoorde het nieuws pas op 23 april.
Anti-Alva
Eensgezind waren de Nederlanden niet. Twaalf steden kwamen bijeen in de eerste statenvergadering. Ze erkenden Willem van Oranje als stadhouder van Holland en Zeeland en als militair bevelhebber. Ze beloofden hem financiële steun. Maar Amsterdam en Delft waren er niet bij. Delft is nu een prinsenstad, maar koos pas in 1578 de kant van Oranje.
De geuzen waren woest volk; ze plunderden kerken en kloosters en vermoordden geestelijken. Veel stadsbestuurders stelden zich dan ook afwachtend op voordat ze partij kozen. De afkeer van Alva gaf vaak de doorslag.
Willem van Oranje speelde in op het ongenoegen over de Spaanse veldheer. Hij schreef aan vluchtelingen in Engeland dat hij de „arme christenen” in de Lage Landen vrede wilde verschaffen en de rechte godsdienst en vrijheid van religie wilde invoeren.
Het werd een lange, bange worsteling, en de bevolking leed eronder. Net als nu. „Oorlog en vluchtelingen zijn haast Siamese tweelingen”, zegt historicus Marnef.
Onverdraagzaam
Nederland ging de eeuwen door niet altijd goed om met thema’s als verdraagzaamheid, verbondenheid en verscheidenheid, vindt de Uithoornse oud-burgemeester Oudshoorn, nu directeur van de afdeling Nederland van Amnesty International. In enkele minuten tijd behandelt ze de slavenhandel –„een meer dan twee eeuwen durende misdaad tegen de menselijkheid”–, het verschil tussen de verwelkoming van Oekraïense en van Syrische vluchtelingen, de toeslagenaffaire en het „structureel extreem geweld” van Nederlandse troepen in Indië.
Burgemeester Wienen –als voorzitter van het Samenwerkingsverband 1572-gemeenten– overhandigt koning Willem-Alexander het eerste exemplaar van een boek: ”Willem van Oranje in brieven. De Opstand in 1572”. Ook Wienen wijst op de actualiteit van de thema’s van toen: „De onverdraagzaamheid is in Nederland terug, als ze al ooit is weggeweest.” Verbale haatuitingen op sociale media zijn er een voorbeeld van. „De geschiedenis is voor ons een spiegel.”
Eerder op de dag gingen enkele burgemeesters daarover in gesprek met jongeren, en de beelden worden nu vertoond. „Iedereen mag een eigen mening hebben, anders wordt de wereld heel saai”, vindt Hidde Sieler, kinderburgemeester van Kerkrade. „Je eerste indruk van iemand klopt vaak niet”, stelt Josefien Camminga uit Elburg. „Als je met iemand in gesprek gaat, leer je hem beter kennen.”