Rechtbank wijst eisen Nigeriaanse weduwen tegen Shell af
De Nigeriaanse weduwen die Shell medeverantwoordelijk houden voor de dood van hun echtgenoten in 1995, hebben volgens de rechter geen sluitend bewijs geleverd voor hun beschuldigingen. De rechtbank in Den Haag oordeelt dat niet is bewezen dat Shell destijds betrokken was bij het omkopen van getuigen.
Verklaringen die getuigen tijdens de zaak hebben afgelegd over omkoping berusten „voor een groot deel op aannames en interpretaties”, oordeelt de rechtbank. Die zijn „onvoldoende concreet om te constateren dat het geld echt afkomstig was” van de Nigeriaanse tak van Shell.
Vier weduwen hadden Shell aangeklaagd. Zij stellen dat het olie- en gasbedrijf diverse Nigerianen heeft omgekocht om valse getuigenissen af te leggen. Mede op basis van die getuigenissen werden volgens hen de zogeheten Ogoni Negen veroordeeld en geëxecuteerd. De negen waren activisten die in de jaren 90 protesteerden tegen de manier waarop Shell olie won in de Nigerdelta. Ze kregen de schuld van de moord op vier lokale leiders, een jaar eerder. Internationaal werd de zaak tegen hen als schijnproces beschouwd.