Nigeriaanse getuigen: Shell kocht ons om
Twee Nigerianen hebben dinsdag voor de rechtbank in Den Haag verklaard dat ze in 1994 in opdracht van Shell zijn omgekocht. Beiden legden destijds valse getuigenissen af over activisten die later ter dood werden veroordeeld
De 66-jarige getuige die als eerste aan het woord kwam, schetste hoe hij destijds onder dwang van de politie een valse belastende verklaring moest opstellen over een activist die later samen met acht anderen werd opgehangen. Vertegenwoordigers van Shell zouden hem vervolgens geld hebben gegeven in ruil voor zijn medewerking.
De activisten waren lid van een beweging die actie voerde tegen vervuiling door de oliewinning in de Nigerdelta. Deze zogenoemde Ogoni Negen kregen in 1995 de doodstraf, omdat ze door het toenmalige regime verantwoordelijk werden gehouden voor de moord op vier lokale leiders. Vier weduwen van de activisten beschuldigen Shell in een civiele zaak van medeplichtigheid.
De eerste getuige die dinsdag werd verhoord, was als muzikant in de buurt toen de vier leiders van het Ogoni-volk in 1994 werden omgebracht door een gewelddadige menigte. De leiders werden door tegenstanders gezien als ‘aasgieren’ die de belangen van de olie-industrie en het militaire regime dienden.
De Nigeriaan vertelde dat hij moest opschrijven dat een van de activisten opruiende dingen had gezegd over de aasgieren, die daarop werden gelyncht. Toen hij dat weigerde omdat het niet waar was, zou de politie geweld hebben gebruikt. „Ze sloegen mij met een kabel tegen mijn hoofd.” Uit doodsangst voegde hij de beschuldigende passage alsnog toe.
Later kreeg de man naar eigen zeggen gunsten aangeboden in ruil voor medewerking. Hij kreeg geld, volgens hem van vertegenwoordigers van Shell, en regeringsfunctionarissen boden hem een woning, een baan als ambtenaar en muziekinstrumenten aan.
Uiteindelijk kwam de muzikant terug op zijn verklaring. Hij liet bij een advocaat een nieuwe getuigenis achter en ontvluchtte met het ontvangen geld het land.
Shell spreekt van „tragische gebeurtenissen” en ontkent alle aantijgingen. De top van het olie- en gasbedrijf vroeg destijds tevergeefs om clementie bij toenmalig dictator Sani Abacha.