Zaaien in het centrum van Merksem
Op de ruit staat in rode letters ”De Bron protestants centrum”. Achterin het pand bevindt zich de kerkzaal. Daar is vorige week gesproken over de worsteling in Gethsémané. Er waren twee punten: slapende discipelen en een wakende Borg.
Zaterdagmiddag. Halverwege de anders zo bedaarde Jaak de Boeckstraat in Merksem, een van de voorsteden van Antwerpen, is het ongewoon druk. Protestants centrum De Bron houdt open dag voor buurtbewoners en vaste bezoekers. Het is de oudste evangelisatiepost van de Gereformeerde Gemeenten, gestart in 1959.
Sinds 2013 is De Bron gevestigd aan de Jaak de Boeckstraat, vlakbij het centrum, dichtbij de wekelijkse markt en in de buurt van winkels en scholen. De afgelopen maanden is De Bron aangepast aan de hedendaagse eisen. In het rechterdeel is de kringloopwinkel ondergebracht. Op houten schappen liggen serviesgoed en glaswerk. Aan kledingrekken hangen broeken, blouses en colbertjes. In het linkerdeel van het centrum bevindt zich de winkel met nieuwe spullen. Achter het raam is een zitje opgesteld.
Geen doel
Het evangelistenechtpaar Arie en Ada van Setten is in gesprek met bezoekers. Maar Van Setten maakt wel even tijd. Over de winkel zegt hij: „Dat is geen doel in zichzelf. Het is slechts een middel om mensen binnen te krijgen en te ontmoeten.”
Julia (16 jaar) is een van de bezoekers. Zondags komt ze ook altijd. Wat komt ze dan doen? „De diensten zijn mooi. De Bijbel wordt duidelijk uitgelegd. Dat is goed voor mijn zaligheid.”
De dienst op zondag is het belangrijkste moment van de week, vindt Julia. „Dan kunnen we horen hoe we moeten leven, dat we niet mogen zondigen, en dat we niet alleen moeten leven voor deze tijdelijke wereld.”
Julia’s moeder is er ook. Ze is rooms-katholiek opgevoed, vertelt ze. Veertien jaar geleden kwam ze hier voor het eerst over de drempel. „In de Rooms-Katholieke Kerk werd ons nooit uit de Bijbel verteld. Wat ik hier hoor, hadden wij nog nooit gehoord. Vroeger ging het om Maria en om beelden. Hier gaat het om Christus en Zijn Woord. Vroeger droeg ik een kruisje om mijn nek. Nu pas weet ik dat we alleen door het kruis van Christus behouden kunnen worden.”
Kerkzaal
Achter de winkelruimte ligt de activiteitenzaal, bestemd voor maaltijden, Bijbelstudie vrouwenochtenden, creatieve bijeenkomsten en de jongerenclubs. En daarachter strekt zich de kerkzaal uit. Links staat de kansel. Vijftig losse stoelen wachten op zondagse bezoekers.
Van Setten heeft het als een wonder ervaren dat na twee jaar corona niemand van de post is afgehaakt: „Wij bestaan uit een hechte gemeenschap van zo’n dertig Vlaamse bezoekers. Dat zijn vooral voormalige rooms-katholieken. We ontmoeten elkaar rond de Bijbel, hebben oog voor elkaar en zorgen voor elkaar.”
Van Setten richt zich bij zijn werk op iedereen die de Bijbelse boodschap maar horen wil. „We richten ons op mensen. Als hier een vrouw met een hoofddoek binnenkomt, is dat geen moslima, maar een mens; iemand met een ziel voor de eeuwigheid. Het is belangrijk om eerst een relatie met iemand op te bouwen. Spreken is voor mij vooral luisteren. We hebben niet voor niets twee oren gekregen en maar één mond. We zien hier mensen veranderen. Vlamingen hebben hier de Bijbel leren lezen.”
Graag zou Van Setten De Bron verder willen uitbouwen. „We werken biddend aan uitbreiding van de gemeenschap en zien uit naar vorming van een geïnstitueerde gemeente. We zaaien hier niet met de gedachte: „We zullen wel zien waar het heen moet.” We zien uit naar de vorming van een echte gemeente.”
De boodschap aan de mensen van Merksem is prima in drie zinnen samen te vatten, zegt Van Setten: „Er is een God in de hemel. Hij zoekt verloren zondaren. En Hij heeft daar Zijn eigen Zoon voor willen geven. Dat snapt een kind. En de vruchten moeten we aan de Heere overlaten. De Borg waakt over ons.”