Volt-Kamerlid: Gündoğan moet aangiftes intrekken
Voordat Nilüfer Gündoğan kan terugkeren in de Tweede Kamerfractie van Volt, zal ze moeten inbinden als het gaat om haar verwijten aan partijgenoten. Dat zei Volt-Kamerlid Marieke Koekkoek, die zelf al langer met Gündoğan overhoop ligt. „De enige opening om verder te kunnen is een moment van zelfreflectie en de aangiftes van tafel.” Volt-leider Laurens Dassen is dat met haar eens.
Volt zette Gündoğan aanvankelijk uit de fractie na dertien meldingen van grensoverschrijdend gedrag, maar moest daar na een kort geding op terugkomen. Intussen had Gündoğan in de media kritiek geuit op de gang van zaken, de beschuldigingen aan haar adres weersproken en aangifte gedaan tegen Dassen, Volt en de melders wegens smaad. Sindsdien is onduidelijk wat er precies aan de hand is binnen de partij, behalve dat de rust bepaald niet is teruggekeerd.
Dassen stelt vooralsnog naar buiten dat gekeken wordt hoe de breuk in de fractie gelijmd kan worden, maar doet er verder het zwijgen toe. Toch zou hij volgens een ingewijde niet met Gündoğan verder willen zo lang de aangiftes nog op tafel liggen. „Als je een veilige werkomgeving wil creëren, hoe kan dat dan als er een Kamerlid rondloopt dat dertien aangiftes heeft uitstaan tegen mensen die de moed hadden naar voren te stappen om te spreken over grensoverschrijdend gedrag?”
Er zou een poging ondernomen worden tot bemiddeling, maar hoe die verloopt is onduidelijk. Ingewijden melden ook dat de partij overweegt om het besluit van de rechter alsnog aan te vechten. Intussen gaan onder de leden brieven rond waarin het bestuur wordt opgeroepen om een einde te maken aan het interne geruzie. Ook is het bestuur gevraagd om Gündoğan te royeren als zij haar aangiftes tegen de melders niet intrekt.
Koekkoek was al langer met Gündoğan in conflict, dat „was bekend”, zegt die eerste. Het verhaal gaat dat Gündoğan onder meer zou vinden dat ze vaker zou moeten douchen. „Als zij die opmerking gemaakt heeft, dan heeft ze niet het lef gehad om dat in mijn gezicht te zeggen.” Volgens Koekkoek is het „wel moeilijk samenwerken met iemand die op een hele onprettige manier met mensen omgaat”. Gündoğan maakt zich volgens haar schuldig aan intimidatie.