Een grote, politieke kwestie, maar voor wie?
Het water staat de jeugdzorg aan de lippen. De wachtlijsten puilen uit, de onderhandelingen tussen Rijk en gemeenten over een broodnodige verbeteragenda zijn gestrand. Dinsdag organiseert de FNV een staking. CDA-Kamerlid René Peters blikt vooruit.
Moet de Tweede Kamer in actie komen en het functioneren van de Jeugdwet, die in 2015 van kracht werd, weer eens tegen het licht houden? Volgens CDA-Tweede Kamerlid René Peters is dat nog maar de vraag. Het Kamerlid kent de jeugdzorg als zijn broekzak. Hij werkte bij een vooraanstaand adviesbureau waar veel gemeenten aankloppen met vragen over de uitvoering van de Jeugdwet en beheerde de portefeuille zes jaar lang als wethouder in Oss. Sinds 2017 is hij namens het CDA woordvoerder Jeugdzorg in de Tweede Kamer. „Ik heb als wethouder gezien hoe beleid dat in Den Haag bedacht is in de praktijk verkeerd kan uitpakken op de werkvloer en in de wijken. Volgens mij kan dat anders. De kans om in Den Haag dingen te veranderen, heb ik daarom met beide handen gegrepen”, schrijft hij op de Tweede Kamerwebsite. Zijn wekelijkse gesprek met een deskundige uit de wereld van de jeugdzorg, terug te luisteren via ”Peters’ Podcast” die inmiddels meer dan tachtig afleveringen telt, is in Den Haag en omgeving inmiddels een begrip.
In 2015 hevelde het kabinet-Rutte II de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg over naar gemeenten. Waarom was dat ook alweer?
„Omdat het stelsel dat daarvoor bestond zo ingewikkeld was geworden dat niemand daar nog wijs uit kon worden. Destijds werd ook gezegd: Kijk eens wat gemeenten al doen op het gebied van onderwijs, welzijn en wonen. Het idee was dat zij bij jeugdzorgproblemen sneller en beter in staat zouden zijn het totaalplaatje in kaart te brengen dan de provincie of het Rijk. Dat moest zorgen voor effectievere, slimmere hulp. Een andere opvatting was dat de hulp weer moest worden georganiseerd vanuit het gezin en de sociale omgeving eromheen, zoals de school, de kerk, of de sportclub. En dus niet altijd meteen vanuit de professionele zorg.”
Dat laatste is natuurlijk faliekant mislukt. Ruim een op de twaalf jongeren onder de 23 krijgt inmiddels jeugdzorg, rekende het CBS onlangs voor.
„Om gemeenten de nodige vrijheid te geven, is er in de jeugdwet geen hele strakke definitie opgenomen van wat wel of niet onder jeugdzorg valt. Maatwerk leveren en integrale zorg bieden, is niet te doen als je net als in de Zorgverzekeringswet gaat opschrijven: U heeft pas recht op hulp, indien. Dus schreven we op: U, gemeente, heeft de plicht tot helpen. In de praktijk zijn we daarin doorgeslagen. De vrijheid van gemeenten om alles te doen wat nodig is heeft plaatsgemaakt voor de vrijheid om helemaal alles te doen.”
Wat bedoelt u concreet?
„Als mijn dochter met eenzaamheidsklachten kampt, lukt het mij vast om op kosten van de gemeente een psycholoog te regelen. Maar moeten we somberheid en eenzaamheid wel bestrijden vanuit de zorg? Ook als dat de symptomen zijn van een gebrek aan bestaanszekerheid, aan gemeenschapszin en zingeving? Als een puber denkt: ik ben een willoze kurk op de oceaan van het leven en het lukt de ouders niet om hun kind in zo’n fase even op sleeptouw te nemen, ja, dan wordt het een stuk ingewikkelder allemaal.”
Met andere woorden, wat voor het van kracht worden van de Jeugdwet geen ”jeugdzorg” was, is dat nu wel?
„Dat is wel zeker, ja. Van de collega’s in de Kamer krijg ik wel eens de vraag of ik gemeenten er met zo’n uitspraak van beschuldig dat ze hulp organiseren en vergoeden die wellicht niet altijd nodig of effectief is. Zo’n tegenvraag is terecht. Maar mijn punt is dit. Er ís een groep jongeren die onze jeugdzorg hard nodig heeft en over wie ik me ernstig zorgen maak. Dat zijn de jongeren met ernstige problemen, die zijn aangewezen op de jeugd-ggz, op specialistische behandelcentra, op crisiszorg. Daar zijn lange wachtlijsten. Zij komen echt aandacht en tijd tekort. Als ik in dat licht zie welke behandelmogelijkheden gemeenten op de jeugdzorgpagina van hun website noemen, dan verbaast mij dat. Wandelen met een lama, paardentherapie, lopen met de hond. Een buddy tegen eenzaamheid. Rent a Friend. Het aantal kinderen van hoogopgeleide, blanke ouders dat op kosten van de gemeente wordt behandeld voor dyslexie is geëxplodeerd. Het zal met de beste bedoelingen gebeuren, maar ik denk toch echt dat we ons opnieuw de vraag moeten stellen: Doen we het goed? Er is een wirwar ontstaan van zorgbedrijfjes die zich met name richten op de categorie lichte opvoed- en opgroeiproblemen. Gemeenten gaan failliet als ze zeggen: Kom er maar in allemaal, wij betalen, bied je hulp maar aan.”
Een onafhankelijke arbitragecommissie bepaalde vorig jaar dat gemeenten recht hebben op een hoger jeugdzorgbudget. Het kabinet komt daaraan tegemoet, maar slechts tot 2025. Dan gaat de rijksbijdrage alweer omlaag, staat in het coalitieakkoord. Dat rept bovendien van het innen van eigen bijdragen en het verkorten van de behandelduur. Niet verwonderlijk dat gemeenten daardoor zijn weggelopen van de onderhandelingstafel, toch?
„Het is uiteindelijk aan staatssecretaris Van Ooijen om aan te tonen dat er vanaf 2025 weer 0,5 miljard van de extra jaarlijkse investering van 1,9 miljard euro aan jeugdzorg kan worden afgehaald. Ik denk dat het kan, maar wat veel belangrijker is, is dat we met z’n allen de moed moeten opbrengen om te zeggen dat het móét. De eigen bijdrage en het verkorten van de behandelduur worden in het akkoord alleen genoemd als voorbeelden van landelijke maatregelen die we vanuit Den Haag kunnen nemen, als gemeenten er zelf niet uitkomen. Maar dat verwacht ik niet.”
Wat verwacht u dan wel?
„Dat de jeugdzorgwethouders en de gemeenteraden van de problemen in de jeugdzorg een grote, politieke kwestie gaan maken. Dat ze de discussie zullen aangaan met hun burgers en duidelijk zullen maken dat harde keuzes in de jeugdzorg onvermijdelijk zijn. Als het moet, kunnen we vanuit de Kamer de Jeugdwet aanpassen, bijvoorbeeld om die eigen bijdrage mogelijk te maken. Maar nogmaals, ik verwacht niet dat het nodig zal zijn.”
Kortom, de woordvoerders jeugdzorg kunnen de komende jaren rustig achterover leunen?
„Nou nee, op aangeven van CDA en PvdA heeft de Kamer unaniem uitgesproken dat de gesloten jeugdzorg de komende jaren moet worden afgebouwd. Ik vertrouw erop dat de staatssecretaris daarmee aan de slag gaat, maar als Kamer hebben we daarbij een controlerende rol. Die ga ik invullen. Verder is het zaak dat ons stelsel voor jeugdbescherming deze kabinetsperiode eindelijk op orde komt. Dat systeem, dat in het veld de duurste rotonde van Nederland wordt genoemd, zal de komende tijd echt op de schop moeten. Dus kortom, werk genoeg.”