Open Doors: Christelijke vrouw lijdt meer onder geweld
Vrouwen en meisjes uit religieuze minderheden lijden in toenemende mate onder mensenhandel, gedwongen huwelijken en seksuele uitbuiting. Overheden moeten vrouwen beter beschermen door strengere wetgeving en hardere straffen.
Die aanbeveling doet Open Doors in het rapport ”Gender Specific Religious Persecution”, dat knelpunten voor mannen en vrouwen uit minderheidsregime in kaart brengt. Het rapport verscheen voor het vijfde achtereenvolgende jaar aan de vooravond van Internationale Vrouwendag op 8 maart.
Het groeiende aantal conflicten en crises en de toename van criminaliteit verzwakken vooral de positie van vrouwen, constateert Open Doors, een organisatie die zich inzet voor vervolgde christenen wereldwijd.
Steeds vaker zijn vrouwen en meisjes de dupe van onderdrukking en geweld, als zij een minderheidsgeloof aanhangen. „Die trend blijft zich voortzetten”, signaleert onderzoekster Helen Fisher, om er meteen aan toe te voegen dat „zowel vrouwen als mannen het slachtoffer zijn.”
Het rapport meldt dat vervolgers vaak sociaal-culturele normen exploiteren om christelijke vrouwen en mannen onder de druk te zetten. Niet zelden krijgen de daders daarbij steun van de rechterlijke macht. In Afghanistan bijvoorbeeld telt een christelijke vrouw niet mee en is de kans groot dat zij bij ontdekking van haar geloof als seksslaaf wordt verhandeld.
Het rapport wijst ook op de vervolging van (christelijke) mannen en jongens. Zij raken uit zicht door gevangenschap, seksueel misbruik, fysiek geweld en gedwongen rekrutering in leger of misdaadbendes. Door mannen te vermoorden, verliezen christelijke gezinnen bescherming en kerken raken hun leiders kwijt.
De onderzoekers roepen kerken op zich nadrukkelijk uit te spreken tegen gendergerelateerde geloofsvervolging. „Stel openlijk de omvang en de ernst van geweld tegen christelijke vrouwen en meisjes aan de kaak. Neem het op voor hen op politiek en juridisch vlak, bid voor hen en propageer een Bijbels begrip van Gods hart voor gerechtigheid en waardigheid van alle mensen.”