De informateur, SGP-fractievoorzitter drs. P. J. van Leenen, heeft daar echter een hard hoofd in, zo zei hij vrijdagmorgen desgevraagd. „De realiteit zegt me dat er weinig kans op herstel is. Woensdag heb ik met Bint gesproken, maar hun vertrouwen in de coalitie is ernstig geschaad.” Oppositiepartijen VVD (3), PvdA (2), ChristenUnie (1) en GroenLinks (1) vinden dat de huidige partijen tot de verkiezingen in maart 2006 moeten doorgaan en dat er een nieuwe lijmpoging gedaan moet worden met de grootste fractie in de raad (6 zetels). Met de niet-collegepartijen sprak Van Leenen donderdagavond. „De oppositie wil eerst 100 procent zeker weten dat een lijmpoging zinloos is, voordat ze wil praten over deelname in het college.

De lokale partij Bint (Beijerlands Initiatief) stapte vorige week uit de coalitie van Oud-Beijerland. Met zes raadszetels is Bint veruit de grootste partij in Oud-Beijerland. De SGP, tweede in grootte, heeft drie zetels. Breekpunt voor Bint was de opstelling van andere collegepartijen met betrekking tot het veelbesproken dossier Afsprakenkader Hoeksche Waard. Dat dossier betreft een aantal afspraken over de ruimtelijke inrichting van de Hoeksche Waard.

Opmerkelijk is dat Bint geen problemen heeft met het college, maar wel met de coalitie. De samenwerking binnen B en W verloopt goed. Het zijn echter de irritaties tussen de coalitiepartners die voor problemen zorgen. In theorie zou daarom ook een minderheidscollege tot de mogelijkheden behoren, maar volgens Van Leenen is dat in de praktijk onwerkbaar.

Maandagavond wordt duidelijk of de oppositiepartijen blijven weigeren in het college te stappen. In dat geval moet er volgens de SGP’er gekeken worden naar een andere oplossing „en dat is een coalitie van Bint met een of meer oppositiepartijen.” Dan zal Bint zelf, als grootste partij, de formatie daartoe het initiatief moeten nemen. „Zonder Bint is het nu eenmaal lastig om een college te vormen.”