Naar de Noordkaap voor MAF Suriname
Sneeuw, ijs en een zicht van soms slechts enkele meters. Vier vrienden hebben de afgelopen twee weken een monstertocht naar de Noordkaap gemaakt. Daarmee haalden ze ruim 21.000 euro op voor MAF in Suriname.
Het idee voor de ongeveer 9000 kilometer lange tocht kwam van Stijn Bruinooge (36) uit Krabbendijke, die in het dagelijks leven binnenvaartschipper is. „Ik wilde graag een keer de Noordkaap zien. Maar bij de meeste tochten, zoals de Arctic Challenge, wordt er op zondag gereden, en dat wilde ik niet.” Uiteindelijk sloten drie Werkendammers, Jan Boom (41), Johan Dekker (29) en Hans de Graaf (22), zich aan. Na een lange voorbereiding, waarbij ze meerdere offroadparcoursen reden, vertrokken de vier in de nacht van 20 op 21 februari.
Bruinooge: „We zijn met twee vierwielaangedreven auto’s gegaan.” De auto’s waren voorzien van sponsorstickers. De eerste dag legden ze 1600 kilometer af, naar de grens van Polen en Litouwen. Via de Baltische staten en Finland ging de tocht naar het noordelijkste puntje van het Europese continent. „Vanaf Helsinki reden we constant over bevroren wegen. We hebben ruim een week over ijs gereden. Dat ging op zich prima. We konden met een snelheid van 80 tot 100 kilometer per uur rijden. Maar stevig remmen of sturen is in die omstandigheden niet mogelijk.”
De vier begonnen hun tochten meestal rond een uur of zeven ’s ochtends, om pas rond elf uur ’s avonds de tent op te zetten. „We sliepen op het dak van de auto in daktenten. We hadden slaapzakken die in het leger worden gebruikt. De temperatuur viel op zich nog mee. Op het koudst was het 18 graden onder nul.” Om fit te blijven, sliepen de mannen veel. Ook liepen ze korte stukjes. „Lange wandelingen waren met deze temperaturen niet aangenaam.”
Na bijna een week rijden, op vrijdag 25 februari, naderden ze de Noordkaap. „De laatste 30 kilometer belandden we in een sneeuwstorm. We konden niet verder kijken dan onze motorkap.” Toch wilden ze per se doorzetten. „Stoppen staat niet in ons woordenboek.” Rond halfdrie kwamen de vrienden op de Noordkaap aan. „Er stond een snijdende wind. De Noordkaap is een rotspunt. Bovenop staat een globe. Daar zijn we op de foto gegaan. Vervolgens moesten we weer naar onze auto’s, want om kwart over vier werd het al donker.”
Onderweg stopten de vrienden in dorpjes, waar ze ook met de plaatselijke bevolking spraken. „Op de route naar de Noordkaap wonen wel mensen, maar het is dunbevolkt.” Gelukkig kregen de vier niet te maken met pech. Ze hadden zich er wel op voorbereid. „Aan een krik heb je in de sneeuw niets. Daarom hadden we een luchtzak bij ons om de auto omhoog te krijgen wanneer dat nodig zou zijn. Ook hadden we lieren bij ons, zodat we de auto los konden trekken als we vast zouden komen te zitten.” Eén hulpmiddel waren ze vergeten: een paraplu. „We hebben één ochtend regen gehad. We moesten toen in de regen onze tenten opbreken. Daardoor kregen we natte jassen. Als je daarmee in de warme auto stapt, beslaan de ramen vanbinnen, waardoor ze later weer bevriezen. Behalve die ene keer regen hadden we vooral veel zon en sneeuw.”
De terugweg ging via Noorwegen, Zweden, Denemarken en Duitsland. Vrijdag kwamen ze thuis. Met hun tocht haalden ze ruim 21.000 euro op voor Joop en Rianda van Weele, vrienden van Bruinooge die voor MAF in Suriname vliegen. Bruinooge had samen met anderen al eerder acties voor het echtpaar gehouden. En Jan deed al eens mee aan een sponsorloop voor de stichting. De tocht naar de Noordkaap vond Bruinooge goed bij het werk van MAF passen. „MAF werkt onder extreme omstandigheden. Bij deze tocht waren de omstandigheden ook zwaar.”