Binnenland

Marmeren zerken op Nederlands ereveld in Düsseldorf vervangen

In lange strakke rijen rusten ze op vreemde bodem: 1250 landgenoten die omkwamen bij oorlogsgeweld in Duitsland. Op de kenmerkende marmeren zerken staan hun namen; of niet. Een Nederlands ereveld op de 42 hectare grote begraafplaats Stoffeler in Düsseldorf wordt vernieuwd.

Gert Janssen
5 March 2022 11:59
Manager Roel Broer (rechts) geeft instructies aan Bas Verhaaf (2e van links) en John Groenestein (3e van links).
Manager Roel Broer (rechts) geeft instructies aan Bas Verhaaf (2e van links) en John Groenestein (3e van links).

Twee medewerkers van de Nederlandse Oorlogsgravenstichting, John Groenestein en Bas Verhaaf, werken zich er in het zweet. Alle grafstenen moeten vervangen worden door nieuwe, van Italiaanse makelij. Veel namen zijn na tientallen jaren door de weersinvloeden nog maar lastig te lezen.

Waar de reguliere zorg van de graven wordt uitbesteed aan beheerders ter plaatse, geldt dat niet voor het vervangen van de grafstenen van Nederlandse oorlogsslachtoffers op het Europese continent, vertelt drs. Roel Broer, manager beheer en onderhoud van de stichting. De oorlogsgravenstichting is daarvoor verantwoordelijk. „De 76-jarige organisatie beheert over de hele wereld 55.000 graven”, vertelt hij. „De helft daarvan bevindt zich in Indonesië waar 120 mensen voor de stichting werken. De andere gedenkplekken liggen verspreid over 54 landen wereldwijd. In Nederland hebben we 15 mensen in vaste dienst, deels op de erevelden De Grebbeberg en Loenen, maar er zijn ook mobiele teams. Een daarvan is nu bezig met de vervanging van de grafstenen op Stoffeler in Düsseldorf.”

Bombardement

Volgens de manager, die de Europese erevelden regelmatig bezoekt, liggen er in Duitsland en Oostenrijk duizenden Nederlanders begraven die daar tijdens de Tweede Wereldoorlog om het leven zijn gekomen. „Dat zijn mensen die in concentratiekampen zijn vermoord, maar ook in Duitsland te werk gestelden die bijvoorbeeld bij een bombardement van de geallieerden om het leven zijn gekomen. We hebben vaak wel hun namen, maar weten niet altijd waar ze begraven liggen. In Düsseldorf hebben 1250 landgenoten een eigen graf gekregen. Op dat ereveld bevindt zich ook een gedenkruimte met daarin de 485 namen van Nederlanders zonder graf.”

De slachtoffers liggen daar volgens Broer met toestemming van hun familie. „Direct na de oorlog is door de stichting aan hen gevraagd of we het stoffelijk overschot op onze kosten naar Nederland moesten halen. Veel familieleden kozen voor een begrafenis op een ereveld in Duitsland of Oostenrijk. Daar geldt voor zowel militaire slachtoffers als burgeroorlogsslachtoffers eeuwigdurende grafrust. Uit onszelf gaan we niet sollen met lichamen.”

Gebit

De kosten voor zowel de stenen als voor het reguliere onderhoud komen voor rekening van de oorlogsgravenstichting, dus de Nederlandse overheid. „De marmeren zerken worden geleverd door een Italiaanse steenhouwerij die zelf het marmer delft. We hebben ooit zaken gedaan met een Nederlands bedrijf, maar die platen gingen na 5 jaar al kapot. Tja, het blijft een natuurproduct, kregen we te horen. Dit Italiaanse bedrijf bestaat al 80 jaar. Zij weten wat kwaliteit is. Wij leveren de tekst en de format voor de steen en zij produceren het voor ons.”

In tegenstelling tot voorheen worden niet alleen de verweerde stenen vervangen, maar complete rijen tegelijk. „Anders krijg je een verweerd gebit, met lelijke en nieuwe stenen door elkaar. Dit kost meer, maar ziet er een stuk verzorgder uit.”

De marmeren stenen wegen 100 kilo en kunnen niet met de hand worden getild. Een shovel staat klaar op het in vijf vakken ingedeelde Hollandse ereveld om de zware zerken te verplaatsen. Vak A is inmiddels gereed, evenals de eerste twee rijen van het B-gedeelte. Verhaaf: „Het zwaarste werk is beneden het maaiveld. De oude zerken worden verwijderd en de fundering uitgegraven. In de sleuf wordt vervolgens beton gestort. Na het uitharden van het cement wordt een dag later een sokkel geplaatst met daarin de gloednieuwe zerk. Allemaal op 81 centimeter hoogte. Als er ondertussen meer gegevens bekend zijn van het slachtoffer worden die op de steen vermeld.”

Op het ereveld liggen ook kinderen begraven, vertellen de medewerkers van de oorlogsgravenstichting. „Ze liggen hier met hun ouders: schippersgezinnen. Schepen van Nederlandse binnenvaarders lagen hier aan de Rijnkade in Düsseldorf tijdens geallieerde bombardementen.”

Volgens manager Broer is het werk van zijn stichting actueler dan ooit. „Deze stenen vertellen een verhaal. Juist dezer dagen kunnen wij als geen ander bedrijf laten zien dat oorlog waanzin is.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer