Sinds het Klimaatakkoord van Parijs in 2016 van kracht werd tot juni afgelopen jaar is minstens 132,3 miljard dollar (circa 119,4 miljard euro) geïnvesteerd in bijna duizend gas-, olie- en kolenprojecten op het Afrikaanse continent. Dit stellen de maatschappelijke organisaties na eigen onderzoek.

Het „overgrote deel” van die investeringen was afkomstig uit financiële instellingen buiten Afrika. In totaal was zo’n 55 procent van de financiële steun voor fossiele projecten afkomstig uit Noord-Amerika, Europa en Australië, 31,6 procent kwam uit Azië. Daartegenover investeerden financiële instellingen gevestigd in Afrika 11 procent van het geldbedrag. In Nederland investeerden volgens het onderzoek ING, Rabobank, ABN AMRO en de Nederlandse Financierings-maatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO) 2,3 miljard dollar (zo’n 2 miljard euro) in fossiele projecten in Afrika tussen 2016 en 2021.

Volgens de maatschappelijke organisaties is het een mythe dat investeringen in fossiele brandstoffen bijdragen aan de ontwikkeling van Afrikaanse landen. „Slechte contractvoorwaarden, oplopende schulden en weinig zeggenschap over de projecten zijn allemaal voorbeelden van een fossiele industrie in Afrika die vooral de belangen dient van bedrijven en landen buiten Afrika.”

ABN AMRO laat donderdag desgevraagd weten dat duurzaamheid voor de bank een belangrijke rol speelt. De bank richt zich op het doel om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graden Celsius. Een woordvoerder zegt dat in de eerste helft van 2022 nog „enkele tientallen miljoenen euro’s” aan energiecontracten in Afrika uitstaan. Deze worden na dit half jaar niet verlengd, zodat er geen geld meer naar fossiele brandstoffen in Afrika gaat.

Rabobank zegt nagenoeg nul in kolen te investeren. De investeringen in olie en gas van en richting Afrikaanse landen zijn volgens de bank ook slechts minimaal én worden ingezet in bijvoorbeeld Kenia om het elektriciteitsnetwerk te stabiliseren. ING heeft nog niet gereageerd.