Kerk & religie

„Arminius sluipt geref. gezindte binnen”

„Vanuit Gods Woord klinkt de vermaning tot ons te blijven bij de geopenbaarde waarheid Gods.” Met deze woorden opende ds. P. den Butter zaterdag in Werkendam de ontmoetingsdag van de christelijke gereformeerde stichting Bewaar het Pand.

Van een medewerker
8 April 2002 10:20Gewijzigd op 13 November 2020 23:30

Ds. P. den Butter, predikant in Middelharnis en redacteur van het gelijknamige blad, benadrukte dat deze vermaning te maken heeft met de hoofdtaak van de kerk. „Die hoofdtaak is niet de huidige vorm van gemeenteopbouw, die in sommige kringen een ooilam is geworden dat wordt gekoesterd. De hoofdtaak heeft te maken met zielen, met het geestelijk welzijn en de verhouding tot God. Die moet goed zijn en worden onderhouden. Het blijven bij de geopenbaarde waarheid Gods is nodig.”

De predikant noemde dat een kenteken van echt discipelschap, „maar ook een voorwaarde voor de zaligheid. Als de scherpe kanten eraf worden gehaald en bepaalde zaken niet meer worden genoemd, dan blijkt daaruit dat je tevergeefs geloofd hebt.” Als laatste reden noemde hij de poging van de duivel Gods kinderen van het geloof los te weken. „Elke tijd heeft zijn eigen aanvechting. In onze dagen zie je mensen de gereformeerde gezindte binnensluipen die het zaad van Arminius zaaien en de leer van Dordt niet meer relevant vinden en ondermijnen.”

Ds. A. van der Zwan uit Tholen sprak over de trappen van het geestelijk leven. Aan de hand van de puriteinen R. Venning en Th. Manton en van 1 Johannes 2 stelde hij de onderverdeling in vaders, jongelingen en kinderen aan de orde. „Hoe zit het met ons?” zo vroeg hij de 800 aanwezigen. „Er zitten veel volwassenen in de kerk. Maar hoe zou de kerk eruitzien als we elkaar in geestelijke zin konden zien? Zouden de banken dan gevuld zijn met volwassenen of zouden er bij wijze van spreken allemaal kinderwagens staan?”

De predikant noemde nog een andere categorie. „Het kan zijn dat u een zwak kind bent dat geestelijk gesproken in de couveuse ligt. Venning noemt deze mensen „baby’s in het Koninkrijk der hemelen”.” Deze ”geestelijke baby’s” delen volgens ds. Van der Zwan wel in het wezen van het geloof, „maar weten nauwelijks iets van het welwezen van het geloof. Ze zijn de laagste trap der gelovigen. Ze worden wel overtuigd van hun verzondigde leven maar niet van hun verdorven natuur. Vanuit de overtuiging van een bepaalde zonde worden ze vervolgens geleid tot de ontdekking aan hun totale verdorvenheid. Bovendien”, zo zei ds. Van der Zwan, „is er wel het uitgaan tot God met de nood van het zondaarsbestaan, maar nauwelijks het vertrouwen dat de Heere hun gerechtigheid is. Ze zijn zo bang een hypocriet te zijn.”

In navolging van Venning riep de predikant hen op te groeien in de genade. „Focus u op Christus. Direct en niet via de genade die in u in zichzelf mag opmerken. Verwacht niet van uw gebeden en uw tranen dat ze u in de liefde Gods zullen doen delen. Zie op Jezus en verwacht het ook voor uw geestelijke groei alleen van Hem.”

Ds. L. W. van der Meij uit Driebergen sprak over ”Een schreeuw om leiding” vanuit Psalm 4. „Gezien alle perikelen in Ramallah, Bethlehem, Den Haag, Alphen en Zeewolde zouden we haast vergeten dat we er zelf ook nog zijn. God geve dat we beseffen dat we een ziel meedragen”, zo zei hij. Ds. Van der Meij benadrukte dat de psalmbede vanuit de onmogelijkheid werd opgezonden. „Wat is de vorst der duisternis bezig om ons met al die verschrikkelijke berichten te overstromen, zodat onze gedachten van het ene nodige worden afgeleid. Maar ik kan vandaag sterven en dan moet het goed zijn tussen God en mij.” Hij kwam met een oproep: „Vergeet uzelf niet, hoe het ook in Israël of in een van onze kerken mag zijn of gaan.”

Ds. R. Kok sprak over het woord ”kom” uit Matthéüs 14. „Petrus mag in de nood tot Jezus gaan. Hij gaat niet op eigen initiatief, maar op een beloftewoord van Christus. Zonder dat kunnen we wel van alles willen, maar dat loopt op niets uit. Met wat de Heere zegt, kom je nooit beschaamd uit.” De predikant uit Sliedrecht vroeg de aanwezigen of „ze al in beweging kwamen om naar Hem toe te gaan? Het kan en het mag. Petrus waagt het op het Woord alleen. Dat is geloven: krediet op God hebben.”

De predikant liet zien dat het een roep midden in de storm was. „Hij loste de vragen niet eerst op. Die moeite, dat kruis, dat lijden werd niet weggenomen. Hij kwam er overheen. De Heere gebruikt nog vaak golven van beproeving om daarover tot ons te komen.”

Ds. Kok zei dat Petrus vervolgens wegzinkt doordat hij het oog van de Meester afwendt. „Hoe vaak verliezen Gods kinderen de Heere niet uit het oog? Het geloofsleven staat niet altijd op een hoogtepunt. Zijn het niet dezelfde oorzaken? Zien op de golven, op de zonden of op de omstandigheden.” De predikant zei dat Petrus al tijdens het zinken tot Jezus riep. „Een noodkreet. Nu kan hij niet meer naar Jezus gaan. Jezus moet naar hem komen. Genade alleen blijft over. Petrus werd niets, Jezus alles. Dan zinken we niet weg om onder te gaan, maar om te leren dat genade alleen behoudt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer