Vluchtverhalen uit Oekraïne vol ontberingen
Kilometerslange files, loeiende luchtalarmen en dreigend geweld: wie wil vluchten uit of binnen Oekraïne stuit op veel hindernissen. Drie verhalen over lange reizen onder soms erbarmelijke omstandigheden.
Gillende sirenes snijden door het duister van de nacht. Even later is de hemel fel verlicht door overvliegende raketten. Vinnytsja, zo’n 200 kilometer ten zuidwesten van Kiev, ligt onder vuur. Juist op dat moment staat Stefanie de Wildt (30), die sinds 2017 evangelisatie- en ontwikkelingswerk verricht in Oekraïne, bij de stad in de file. Het is het heftigste moment dat De Wildt tijdens de 45 uur durende reis van het oostelijk gelegen Pomichnaja naar Beregowo, in West-Oekraïne, meemaakt. Zaterdagochtend komt ze aan in Beregowo.
Daar duurt het even voor ze haar plek vindt. „Ik vroeg me af: ben ik vluchteling of zendeling? Eigenlijk allebei. Maar ik ben tot de overtuiging gekomen dat de Heere mij hier wil gebruiken als zendeling. Ik ken de weg, ik heb eerder in Beregowo gewoond. Ik help vluchtelingen die hier aankomen en probeer transport van levensmiddelen te regelen, want die zijn bijna op. Er dreigt een humanitaire crisis.”
Arno Kortleven (35) is donderdagochtend rond 10 uur vertrokken uit het Oekraïnse dorp Dvirets, op zo’n 150 kilometer van Kiev. Samen met zijn vrouw Anja en hun vier kinderen heeft hij drie dagen moeten wachten voordat hij de grens met Polen kon oversteken. Ook zijn schoonzus en vier kinderen reizen mee. Pas zondagavond is het zover. Hij is in de nacht van maandag op dinsdag in Nederland aangekomen.
Terwijl Kortleven, in 2007 naar Oekraïne verhuisd voor zijn vrouw, in de file staat, ziet hij beelden die hij tot dan toe alleen uit het nieuws kent. „Veel mensen liepen het laatste eind. Zij werden door bussen op zo’n 15 tot 20 kilometer van de grens afgezet. Sommigen liepen op blote voeten vanwege blaren. En her en der waren er wat ruzietjes.”
Het gezelschap aarzelde donderdagochtend om te vertrekken, maar ging toch op aanraden van Kortlevens Oekraïense zwager. „Hij heeft in 2014 en 2015 in Oost-Oekraïne gevochten. Zijn ervaring was dat vluchten op een gegeven moment niet meer kan. Daarom zijn we toch maar weggegaan.”
Hoewel Kortleven nog maar net in Nederland is, kan hij niet wachten om weer terug te keren naar Oekraïne. „We willen graag helpen, want het leger kan niet alleen wapens en munitie, maar ook sokken, ondergoed, verband en infusen goed gebruiken. De vraag is alleen hoe het op de juiste plek terechtkomt.”
Touringcar kapot
Wilma van Roekel (61) uit Ede is zondagavond teruggekomen uit het Duitse Freiburg, waar tientallen kinderen uit Kiev werden opgevangen. Van Roekel is bestuurslid van de internationale organisatie Father’s House, met een opvanglocatie in de Oekraïense hoofdstad. Omdat het bestuur van de organisatie de Russische inval zag aankomen, zijn er ruim van tevoren voorbereidingen getroffen voor vertrek uit Kiev.
De reis was er een met veel hindernissen. „De tientallen kinderen werden bij vertrek, donderdagavond rond 10 uur, verdeeld over twee touringcars en een wat kleinere bus. Die laatste ging in Oekraïne al stuk. Voor de grens met Polen heeft de groep vijftien uur moeten wachten. In Polen ging ook een van de touringcars kapot en reden de chauffeurs verkeerd. Dat leverde tien uur vertraging op. Eenmaal aangekomen waren de kinderen moe, stil en zagen ze spierwit. Het is een diverse groep, met kleine kinderen en twintigers. Enkele jongemannen van boven de 18 moesten achterblijven om te vechten.”
Van Roekel gelooft dat Rusland uiteindelijk de nederlaag zal lijden. „Net als bij David en Goliath. Aan dat Bijbelverhaal klampen Oekraïense christenen zich vast. Ze delen het met elkaar ter bemoediging. De toekomst is in Gods hand. Ik geloof dat Hij de overwinning zal geven.”