In de morgen
Psalm 5:4
„Des morgens, Heere, zult Gij mijn stem horen; des morgens zal ik mij tot U schikken en wachthouden.”
Als u opgestaan bent, spoelt u uw gezicht en handen af, maar u laat uw ziel helemaal ongereinigd! Weet u niet dat zoals uw lichaam door water gereinigd wordt, zo de ziel door het gebed wordt gelouterd? Was dus de ziel, in plaats van het lichaam! Want veel hartstochten van de bozen dringen zelfs door tot de ziel. Laten we die van ons afhouden door het gebed. Als we immers zo de mond zullen hebben gesterkt, leggen we een goed fundament voor ons dagelijks christelijk leven in de praktijk. ’s Morgens vroeg zal ik bij U komen en naar U uitzien! Ik zal bij U komen staan, niet op een plek hier op aarde, maar ik zal dicht bij U komen staan door daden die uit het geloof geschieden. Immers, iemand die zo gesteld is, kan toch dicht bij God verkeren? Want of we dicht bij God of ver bij Hem vandaan wonen, dat blijkt hier wel uit. God is immers overal? ’s Morgens vroeg zal ik bij U komen staan en naar U uitzien. Want U bent geen God Die behagen schept in goddeloosheid. Een andere uitlegger zegt: Ik zal overdenken dat U geen God bent Die behagen schept in goddeloosheid. De boosdoener zal bij U niet wonen. Hier zinspeelt de dichter op de beeldendienst. Want hierin schiep men vermaak in allerlei wetteloosheid en in andere slechte zaken.
Johannes Chrysostomus, aartsbisschop te Constantinopel
(”Psalm 5”; 2010)