Technologie maakt baas tot big brother
Technologiebedrijven vroegen sinds de uitbraak van de coronapandemie massaal octrooien aan voor methoden waarmee medewerkers kunnen worden gevolgd. Vier vragen.
Een technologie in Microsoft Teams die de gezichtsuitdrukkingen van deelnemers aan een meeting analyseert en doorgeeft aan een presentator of een techniek van Facebook-moederbedrijf Meta om privégegevens te gebruiken tijdens zakelijke vergaderingen: uit onderzoek voor onderzoeksplatform Follow the Money bleek vorige week dat techreuzen actief nadenken over mogelijkheden om werknemers continu in de gaten te houden.
Waar gaat dat precies over?
Onderzoekers van de universiteit van Chicago ontdekten dat alleen al tussen januari en september 2020 het aantal octrooiaanvragen met betrekking tot thema’s als thuiswerken, telewerken en virtueel kantoor verdubbelde. De octrooien werden aangevraagd door grote techbedrijven, zoals Microsoft en Google, maar ook door onbekende bedrijven. Door octrooi aan te vragen op een idee, hopen zij het (voorlopige) alleenrecht op dat idee te krijgen. Ze kunnen het dan op een later moment op de markt brengen of toepassen in een product en er geld mee verdienen.
Wat voor soort octrooien werden aangevraagd?
De onderwerpen verschillen enorm. Chinese bedrijven vroegen een aantal opvallende octrooien aan voor virtuele kantoren. Met hun technologie zouden thuiswerkende medewerkers in de toekomst met collega’s kunnen samenwerken in een virtuele omgeving. De bedenkers spreken over hologrammen (een techniek waarmee een digitale driedimensionale kopie van een object wordt gemaakt) en teleporteren (een term waarmee wordt bedoeld dat bestaande personen naar een digitale wereld worden getransporteerd). Om die virtuele omgevingen mogelijk te maken, worden werknemers continu gefilmd door webcams en andere camera’s.
Er werden ook octrooien aangevraagd op technologieën die werknemers voortdurend meten. Kantoormeubelfabrikant Herman Miller broedt bijvoorbeeld op een idee om sensoren in slimme bureaustoelen te plaatsen, zodat je gemakkelijk kunt zien of een werkplek bezet is. Maar dat systeem houdt ook bij waar vergaderingen zijn en waar op kantoor veel verkeer is, zodat de relatie tussen werknemers in kaart kan worden gebracht.
Het Amerikaanse Theatro Labs bedacht een ”observatieplatform” dat werknemers realtime kan afluisteren en kan zien waar apparaten zich bevinden. De bedenkers spreken over een oplossing om personeel te „controleren, limiteren en disciplineren.”
Maar een octrooi is nog geen technologie. Is de ophef niet wat voorbarig?
Toegegeven, de soep wordt misschien niet zo heet gegeten als ze wordt opgediend. Maar dat bedrijven erover nadenken en ook nog eens tienduizenden euro’s investeren om octrooirechten te bemachtigen, is veelzeggend. Bovendien kozen veel aanvragers ervoor om hun idee al in een vroeg stadium openbaar te maken. Na een aanvraag hebben ze namelijk 18 maanden de tijd om in het geheim aan hun ideeën te werken. Door daarvan af te zien, kunnen ze met terugwerkende kracht aanspraak maken op een ”redelijke vergoeding” als andere bedrijven de technologie al gebruikten tijdens coronacrisis. De vroegtijdige openbaarmaking kan dus betekenen dat ze echt munt uit hun idee proberen te slaan.
Moeten werknemers zich zorgen maken?
Als de octrooien worden uitgewerkt tot echte producten, zullen ze vooral een (grote) groep kantoorwerkers raken. Die mogen in Nederland niet zomaar in de gaten worden gehouden. Filmen op de werkplek is bijvoorbeeld niet toegestaan, dus zou dat in principe ook niet mogen in een thuisomgeving.
In Nederland legt de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) het meten en verzamelen van persoonsgegevens aan banden. Deze privacywet beperkt de mogelijkheden om de technologie toe te passen.
Tegelijkertijd laat de coronacrisis zien dat een nieuwe situatie drempelverlagend werkt. Het massale gebruik van software voor videovergaderingen zorgde al voor een bepaalde gewenning. Uit de praktijk zijn bovendien voorbeelden bekend van werkgevers en ICT-medewerkers die niet op de hoogte waren van privacyregels, waardoor ze deze onbewust overtraden.
Ontwikkelaars kunnen daarnaast nieuwe functies stil uitrollen in software-updates, waardoor monitoring ongemerkt een voldongen feit kan zijn. Dat vraagt dus bewustwording en bezinning.