Tromp, de held van de slag bij Duins
De slag bij Duins in 1639 was een van de hoogtepunten in de maritieme geschiedenis van Nederland. De zeeslag was een bewijs van het leiderschap van luitenant-admiraal Maarten Harpertszoon Tromp. Luc Panhuysen schreef er een boek over: ”Het monsterschip. Maarten Tromp en de armada van 1639”.
In 1588 rustte Spanje een grote gewapende vloot uit, bekend als de Armada, die als doel had Engeland binnen te vallen. Nederlandse schepen verhinderden de Spaanse soldaten om zich in te schepen, terwijl Engelse schepen de Armada tot de aftocht dwongen. Op de terugreis vergingen veel van de schepen die nog over waren. In Nederland werd een herdenkingsmunt geslagen met de tekst (vertaald): ”Gods adem heeft ze verstrooid”.
In 1639 rustte Spanje weer een grote gewapende vloot uit, een nieuwe armada, die tot doel had Spaanse troepen naar Vlaanderen te brengen om de Fransen en de Nederlanders te bevechten. Een veel kleinere Nederlandse vloot onder bevel van Maarten Tromp wachtte deze armada op en wist de Spaanse schepen terug te drijven tot de rede van Duins, een neutrale ankerplaats voor de kust van Engeland. Toen de schepen niet de Noordzee op wilden varen om het gevecht aan te gaan, begon Tromp daar met de Nederlandse vloot het gevecht en versloeg hij de Spanjaarden. Vanaf die tijd was hij de gevierde held in Nederland.
Tientallen handen
Over hem en over die slag bij Duins schreef Luc Panhuysen ”Het monsterschip”. Het is een ‘monsterboek’ geworden. In de publicatie komen niet alleen de slag en de voorgeschiedenis uitvoerig aan de orde, maar ook allerlei zaken die gevoel geven bij de oorlog op zee. De schrijver klom zelf in het want om te voelen wat dat was. Ook beschrijft hij de handelingen die de matrozen aan boord moesten verrichten. „Mannen klommen het want in om de bramstengen op de grote mast en de fokkemast te bevestigen zodat de topbramzeilen konden worden gehesen. Op het dek trokken tientallen handen aan touwen om het grootzeil goed in de dwars komende wind te draaien.”
Het boek maakt duidelijk dat Tromp over veel gaven beschikte. Hij was allereerst een kundig vlootvoogd die goed leidinggaf en als een van de eersten het varen in kiellinie toepaste tijdens de zeestrijd. In de tijd daarvoor vielen de schepen elkaar individueel aan, wat vaak uitliep op enteren, waarbij de bemanning van het ene schip op een vijandelijk schip oversprong. Tromp maakte van de vloot een ”monsterschip”: de schepen voeren achter elkaar op de vijandelijke vloot af zodat ze moeilijk te raken waren. Op het laatste moment draaiden ze, waarna –om de beurt– al hun kanonnen aan bak- of stuurboord bulderden, terwijl ze doorvoeren. Daarna draaiden de schepen waarna de kanonnen aan de andere zijde de vijandelijke schepen de volle laag gaven. Met deze tactiek dwong Tromp de armada in 1639 in het defensief.
Diplomaat
Tromp werkte ook hard aan de opbouw van de vloot. Toen hij luitenant-admiraal werd, was de vloot in slechte conditie en waren er veel te weinig schepen. Tromp ging naar de Staten-Generaal, de Staten van Holland en stadhouder Frederik Hendrik om te pleiten voor meer geld en uitbreiding van de vloot. Toen dat eindelijk werd toegezegd, zag hij erop toe dat de plannen ook daadwerkelijk werden uitgevoerd.
Tromp was ook een diplomaat. Op de rede van Duins waren de Engelsen de baas. Tromp zorgde ervoor hen niet tegen de haren in te strijken, terwijl hij toch zijn plannen geheimhield. De Nederlander leverde de Spanjaarden zelfs hout voor nieuwe masten om uit te kunnen varen.
Toen de Spaanse vloot op de rede van Duins was ingesloten, werd de bevolking van de Republiek enthousiast. Haastig werden schepen afgebouwd om deel te kunnen nemen aan de komende zeeslag. Na de slag bij Duins was Tromp de held van het land. Het is geen wonder dat hij ”Bestevaer” (vadertje) werd genoemd.
Des te triester is het dat de Republiek algauw weer de vloot verwaarloosde. Dat kwam het land duur te staan. Tijdens de Eerste Engelse Oorlog (1652-1654) was de Nederlandse vloot geen partij voor de Engelse. Maarten Tromp sneuvelde in de slag bij Ter Heijde in 1653.
Vlootpredikanten
Luc Panhuysen heeft een prachtig geschiedenisboek geschreven dat –in ieder geval voor mij– leest als een roman. Mooi is ook dat christelijke elementen niet vergeten zijn. Zo wordt er melding van gemaakt dat Tromp zorgde voor de aanstelling van vlootpredikanten en dat er voor de aanvang van de slag een godsdienstig moment was waarin een predikant voorging. Een dergelijk boek moet in staat zijn lezers belangstelling voor de geschiedenis van ons land bij te brengen.
Boekgegevens
Het monsterschip. Maarten Tromp en de armada van 1639, Luc Panhuysen; uitg. Atlas Contact; 320 blz.; € 29,99