Beheersing en genade
Het liefst zouden we alle ellende voorkomen. Voorkomen dat er fraude wordt gepleegd (bijvoorbeeld met toeslagen). Voorkomen dat er misstanden ontstaan. Ook voorkomen dat kinderen onveilig kunnen zijn bij de school of de opvang. En voorkomen dat er te veel mensen corona krijgen en de zorg het niet aankan.
Begrijp me goed: aan het verdriet van mensen die met onveiligheid of ziekte te maken hebben, doe ik niets af. Aan die worsteling willen we niet wennen.
Toch is er aan al dat voorkomen een grens. Omdat dit gepaard gaat met maatregelen die ook niet altijd goed uitpakken. Als het om de coronamaatregelen gaat, ben ik altijd een voorstander geweest van gehoorzaamheid aan onze overheid. Wel wil ik de overheid oproepen zich te realiseren dat ingrijpende lockdown- en QR-maatregelen in een rechtsstaat alleen in een crisis te rechtvaardigen zijn. Gelukkig (en dat had ook anders kunnen zijn) geven de ziekenhuisaantallen de laatste weken niet meer het beeld van een ernstige crisis. Reden genoeg om abnormale maatregelen ook te laten varen.
Een heel ander preventie-instrument, dat steeds meer toepassing vindt, is dat van de vog: verklaring omtrent het gedrag. Van medewerkers in het onderwijs, aannemers van overheidsopdrachten, gemeenteraadsleden, vrijwilligers in de zorg en vele anderen wordt (vaak) een vog vereist of gevraagd. Nobel doel om misstanden zo veel mogelijk te voorkomen.
Maar het gaat mis als ”proberen-te-voorkomen” overgaat in ”beheersen”.
Regelmatig adviseer ik mensen die niet voetstoots zo’n vog krijgen. Als je die wel voor je werk nodig hebt, kan dat buitengewoon belastend zijn. Eigen schuld? Nou nee. Je kunt al een vog-probleem hebben als je alleen maar verdacht bent (geweest). En wie wel terecht schuldig is bevonden, heeft al een andere passende straf gehad. Het vog-stelsel is ook niet voor straf bedoeld, maar alleen om de samenleving te beschermen. Maar doordat het noodzakelijkerwijs zo grofmazig is, kan er lang niet altijd recht worden gedaan aan hoe iemand echt is.
Niet alle delicten hebben even lange terugkijktermijnen (het aantal jaar dat de vog-verlener bij iemand terugkijkt in het justitieel systeem), maar zedendelicten bijvoorbeeld tientallen jaren. Enerzijds begrijpelijk, maar ook wel eens oneerlijk. Mag een docent die (bijna) de fout inging, door wat voor achtergrond ook, de rest van zijn leven vrijwel geen nieuwe kans meer krijgen? Nog scherper gesteld: moeten we ervan uitgaan dat iedereen die met justitie in aanraking is geweest onbetrouwbaar blijft en dat de andere mensen deugen? Alsjeblieft niet!
Zo’n vraag lag er ook onlangs bij de ophef over Soumaya Sahla, die eerder voor deelname aan een terroristische organisatie was veroordeeld, daarna deradicaliseerde en ging werken voor de VVD. Haar verleden was levensgevaarlijk, dat spreekt. Maar als iemand werkelijk zijn of haar radicale ideeën kwijtraakt, is dat dan niet iets om toe te juichen?
Over een groeiende praktijk ”Vog gevraagd” ben ik niet onverdeeld enthousiast. De suggestie dat die vog voor veiligheid en betrouwbaarheid staat, is vals. Vertrouwen in mensen, als cement van de samenleving, kunnen we niet vervangen door de beheerstruc van de vog.
Belangrijk in onze tijd is wat Robert van Putten schreef in zijn boek ”De ban van de beheersing”. Als we realistisch, nederig en bescheiden zijn –ook in de politiek– dan geven we toe dat de wereld niet maakbaar is en dat we niet alles kunnen voorkomen.
Als we krampachtig alle mogelijk gevaarlijke elementen in de samenleving willen inkapselen, wordt het recht genadeloos. En wie van ons kan er nu zonder genade?
De auteur is advocaat bij BVD advocaten.