In de Kamer moet de geest terug in de fles, maar hoe?
Als het om omgangsvormen in de Kamer gaat, moet de geest terug in de fles, vindt Kamervoorzitter Bergkamp. Daarom sprak zij met bijna alle fractievoorzitters en schreef zij een notitie, waarover de Kamer donderdag met zichzelf in debat gaat.
Wanneer floepte de geest uit de fles? Dat is nog niet zo gemakkelijk aan te geven. Op 20 maart 1998 misschien? „Even dimmen!”, beet SP-leider Marijnissen, in een Kamerdebat, voorzitter Weisglas toe. En geen haar op zijn hoofd die eraan dacht die woorden daarna terug te nemen.
Sindsdien verruwden de omgangsvormen in het parlement zienderogen. Tien jaar later noemde PVV-voorman Wilders minister Vogelaar van Wonen, Wijken en Integratie in een Kamerdebat „knettergek.” Nog weer ruim een decennium later hebben we te maken met Kamerleden die dreigen met tribunalen, die oproepen tot burgerlijke ongehoorzaamheid of die bij de voorzitter klagen over het feit dat ze zich in de Kamer onveilig voelen. Docenten van middelbare scholen trekken bij Bergkamp aan de bel en bekennen dat ze zich tegenover hun leerlingen generen voor de wijze waarop politici in Den Haag elkaar bejegenen.
Dat het debat van donderdag dit probleem oplost, ligt niet in de lijn der verwachting. Daarvoor is het te hardnekkig en te complex. Het begint er al mee dat de probleemstelling niet door iedereen wordt gedeeld. Wilders’ eerste reactie op het naar buiten komen van Bergkamps notitie was: „Die vrouw is knettergek.” Het schiet natuurlijk niet op als de één een brand probeert te blussen terwijl de ander er olie op giet.
Een tweede uiterst lastig punt is de vraag of de voorzitter meer instrumenten moet krijgen om ‘rebelse’ Kamerleden tot de orde te roepen. Moet hij of zij meer ruimte krijgen een volksvertegenwoordiger die anderen beledigt of van strafbare feiten beschuldigt, het woord te ontnemen? Desnoods voor een hele dag? Zo’n maatregel gaat in een democratie best ver. Bovendien gaan zulke strafmaatregelen er geheid voor zorgen dat het Kamerlid in kwestie in de slachtofferrol kruipt en –terecht of onterecht– het beeld creëert dat hij om zijn politieke overtuiging de mond wordt gesnoerd.
Het ei van Columbus zal donderdag dus niet gevonden worden. Wat niet betekent dat het Kamerdebat zinloos is of dat Bergkamp beter geen actie had kunnen ondernemen. In tegendeel. De verslechterende omgangsvormen in de Kamer moeten op zijn minst bespreekbaar gemaakt worden.
Verder zou het al winst zijn als een ruime meerderheid in de Kamer donderdag uitspreekt dat de verruwing in de eerste plaats de verantwoordelijkheid is van fracties en Kamerleden en niet van de voorzitter.
Misschien zegt iemand: „Maar als het in een schoolklas een chaos is, kijk je toch allereerst naar de docent? Die moet optreden!” Dat klopt. Alleen gaat de vergelijking mank. Want wat zou u zeggen als het een puinhoop is op een avondschool, bij volwassenenonderwijs? Inderdaad, dán ligt de sleutel tot verbetering onmiskenbaar bij de leerlingen.