Rechtbanktekenaar legt verbod naast zich neer
Ondanks het verbod van het gerechtshof van Amsterdam beeldde rechtbanktekenaar Petra Urban woensdag Giërmo B. en Moreno B. af, verdacht van de moord op advocaat Derk Wiersum. „Tekeningen zijn van belang, want ze geven een goed beeld van een verdachte.”
Waarom het gerechtshof het tekenen van de verdachten verbood, is niet bekendgemaakt. In reactie op de ontstane media-aandacht verklaarde het hof vrijdag te betreuren dat op de zitting het besluit niet is toegelicht. Ook laat het hof weten het verbod niet alsnog te beargumenteren. „Het hof acht de persrichtlijn zeker van belang voor de weging. Op mogelijke volgende zittingen kan opnieuw een dergelijke afweging aan de orde komen”, staat opgetekend in een persverklaring.
„Niet fraai”, vindt Urban het ontbreken van elke vorm van toelichting van het gerechtshof.
Waarom heeft u het tekenverbod naast u neergelegd?
„Omdat het hof de beslissing niet heeft gemotiveerd. Ik hoor weleens vaker dat ik een verdachte niet mag tekenen, maar dan wordt er een reden gegeven. Daar luister ik altijd naar, al schets ik soms iemand uit mijn hoofd, na afloop van de rechtszaak. In de persrichtlijnen staat dat ik mag tekenen in de rechtszaal. Dus doe ik dat, tenzij het hof een reden geeft voor een verbod. Dat is nu niet gebeurd en daarmee bemoeit het gerechtshof zich met de inhoud van mijn journalistieke werk. Dat is hetzelfde wanneer de rechter zou bepalen wat wel of niet in de krant mag. Dat gaat me te ver. Uiteindelijk heb ik het aan de Telegraafredactie overgelaten of ze mijn tekening zou publiceren. Dat heeft ze gedaan.”
Wat vindt u van de handelwijze van het hof?
„Onhandig. Ik ben zonder enige motivatie beperkt in mijn vrijheid en mijn werk.”
U tekent verdachten omdat er in Nederland geen foto’s en video’s mogen worden gemaakt in de rechtszaal. Waarom is dat?
„Om de privacy van verdachten te beschermen. De rechtbanktekening is een compromis tussen de openbaarheid van het proces en de privacy van verdachten. Vreemd genoeg mag er in andere landen in de rechtszaal wél gefotografeerd en gefilmd worden.”
Wat is het belang van uw werk?
„Het geeft een goed beeld van een persoon. Een verdachte ziet er vaak heel ‘normaal’ uit; kan iemands zoon zijn, iemands buurman, of juist totaal niet. Ik heb een keer iemand getekend die zoveel drugs had gesnoven dat je dat kon zien aan zijn vertrokken gezicht en aan zijn verkrampte houding. Dat is een heel bijzondere prent geworden. Beeld zegt veel over een verdachte. Denk aan de blik in iemands ogen, de stand van de schouders of vlekken in iemands nek. Die zijn soms bijna niet te beschrijven.”
Hoe gaat u te werk als tekenaar?
„In mijn tekeningen wil ik iets laten zien van de houding van een verdachte. Als die ongeïnteresseerd is, ziet dat er heel anders uit dan wanneer hij berouwvol is. Soms denken mensen bij een verdachte aan een monster, maar uit mijn tekening blijkt dan dat er een echt mens in de rechtszaal zit. Die informatie is van toegevoegde waarde. Op die manier probeer ik zo goed mogelijk verslag te doen met beeld.”
Zijn uw tekeningen dan niet te vergelijken met foto’s?
„Nee. In mijn tekeningen kan ik me vergissen en ben ik niet objectief, al probeer ik dat wel te zijn. Ik garandeer niet dat iemand eruitziet zoals ik hem teken. Een schets is voor mij optelsom van een hele dag, terwijl een foto een momentopname is.”