Unievoorstel heeft welwillend SoW-bestuur nodig
Of het unievoorstel van de Gereformeerde Bond (GB) en de Confessionele Vereniging (CV) een kans krijgt, hangt op dit moment vooral af van de welwillendheid van de kerkleiding. „De vraag is nu of er een klimaat in de kerk is om dit aan de orde te stellen”, aldus het hoofdbestuur van de GB.
Dit was een van de centrale punten die zaterdagmorgen in Hardinxveld-Giessendam naar voren kwamen tijdens een voorlichtingsbijeenkomst voor kerkenraden. Komende week zijn er nog drie van zulke vergaderingen in Veenendaal, Nieuwe-Tonge en Zwolle. Er is gelegenheid vragen te stellen over het unievoorstel dat beide modaliteitsorganisaties ruim twee maanden geleden presenteerden.
Zij willen -om scheuren en breuken te voorkomen- niet dat de SoW-kerken fuseren tot één kerk. Het unievoorstel laat de drie afzonderlijke kerken voortbestaan, terwijl er meer samenwerking mogelijk zal zijn dan nu het geval is voor gefedereerde gemeenten. Regelingen hiervoor moeten in een uniestatuut komen.
Ouderling Hak uit Nieuw-Lekkerland vroeg of het unievoorstel wezenlijk anders is dan federatie en of daarvoor ruimte is op de synode. Hij herinnerde aan het feit dat bij de behandeling van de motie-De Visser/Van Heijst diverse voorstellen buiten de afbakening van de synode vielen.
GB-hoofdbestuurslid ds. H. van Ginkel bestreed, in reactie hierop, de stelling van het triomoderamen dat de kerk al tien keer federatie heeft afgewezen. „De kerk heeft steeds geweigerd het op de agenda te zetten. Het fusiebesluit moet nog worden genomen. Zolang dat nog niet is genomen, mag het gesprek over andere mogelijkheden worden gevoerd.”
Synodelid ds. P. van der Kraan schat de welwillendheid van het moderamen niet hoog in. „Als het moderamen blijft volhouden dat federatie niet meer aan de orde is en de synode wordt gemasseerd, dan is de stemming al gekweekt. Tenzij er een Godswonder gebeurt.”
Ds. T. C. Guyt (Giessendam-Neder-Hardinxveld) informeerde of er sprake is van een achterhoedegevecht. Hij signaleert dat de positie van hervormd-gereformeerden op de ambtelijke vergaderingen steeds kleiner wordt. „Zal er op den duur nog de mogelijkheid zijn onze invloed aan te wenden? De kerk dreigt zelfs een valse kerk te worden. Veel gemeenteleden en gemeenten komen in gewetensnood”, aldus de predikant.
Ds. G. D. Kamphuis, voorzitter van de GB, riep op de geestelijke strijd te voeren zolang het kan en om te getuigen daar waar het er echt op aan komt. „We hebben de kerk er niet voor over zich te bewegen richting wat een valse kerk zou kunnen worden.” Hij verwacht wel dat het belijdend gesprek steeds heftiger en moeizamer wordt naarmate de kerk zich verder van haar grondslag verwijdert.
De afgelopen twee weken had er tweemaal een gesprek plaats tussen het triomoderamen en het hoofdbestuur van de GB. Ds. Kamphuis: „We zijn gegaan tot op de bodem van ons hart om aan te geven: Dit (een fusie; red.) is een weg die tot breuken en scheuren leidt. Wat doet u om dat te voorkomen? En ons is ook teruggevraagd: Wat doet u?”
Ds. Van Ginkel nam afstand van de verklaring die het moderamen over het laatste gesprek via de pers naar buiten bracht. „Er is gezegd dat de GB een exclusief gereformeerde kerk wil en dat wij in de SoW-kerk iets willen wat wij nu ook niet hebben. Dat is niet in overeenstemming met ons voorstel. Dat is ook een verkeerde weergave van hoe de gesprekken zijn geweest.”
Of het unievoorstel op de synodetafel komt, is nu eerst het werk van het grondvlak, aldus beide besturen. Ds. Kamphuis: „Wil het op de agenda komen, dan moet u dat doen.” De kerkorde bepaalt namelijk dat de synode bijeen moet komen als ten minste tien classicale vergaderingen daartoe een verzoek doen.
Die tien classes zijn in dit geval wel te vinden, verwachten de opstellers van het unievoorstel, omdat de zorg rond SoW veel breder leeft dan in confessionele en hervormd-gereformeerde kring.
Er kwamen zaterdag ook praktische problemen over bijvoorbeeld de ledenadministratie aan de orde. Die worden in het unievoorstel echter niet in detail uitgewerkt. De GB en de CV vinden dat de centrale vraag nu eerst is: Wil men dit? Het gaat om de hoofdlijn. Als er een wil is, is er een weg. De problemen zijn niet groter dan bij fusie, aldus ds. Van Ginkel.
Dat het unievoorstel samenwerkende gemeenten zou lospellen uit het geheel, klopt volgens het hoofdbestuurslid niet. Het triomoderamen heeft als reactie op het unievoorstel dit verwijt gemaakt. „Op geen enkele manier worden gemeenten losgemaakt uit het geheel van de Hervormde Kerk.”
Ds. Kamphuis zette het probleem scherp neer door te stellen: „De vraag waarom het gaat is: Onder welke kerkorde vallen geünieerde gemeenten en op welke belijdenis zijn zij aan te spreken?”
Volgens ds. Van Ginkel spreekt het voorstel over een hervormde gemeente die een unie aangaat met een gereformeerde kerk. Een hervormde gemeente valt dus onder de hervormde kerkorde. Hij tekende erbij aan dat op dit moment in beide kerkordes al een stuk zit met een aantal regelingen die geldt voor gemeenten die samenwerking aangaan, de tussenorde. „Die maken deel uit van onze hervormde kerkorde.”
Het hervormde moderamenlid J. van Heijst, die de bijeenkomst uit persoonlijke belangstelling bezocht, vroeg de opstellers van het unievoorstel of deze er veel moeite mee zouden hebben om geünieerde gemeenten te brengen onder de werking van de kerkorde zoals die nu in ontwikkeling is voor de verenigde kerk. „Om SoW-gemeenten terug te verwijzen naar drie kerkorden, zou daar als erg moeilijk kunnen worden ervaren. Uit contacten die ik in die gemeenten heb, blijkt me dat men daar erg sterk naar één kerkorde toe wil gaan. In hun denken betekent uw voorstel een stap terug.”
Ds. Van Ginkel antwoordde: „Wij gaan uit van drie kerken en drie soorten gemeenten. Geen vier. Daar valt de keuze. Daarnaast zijn er in het unievoorstel gemeenten die samenwerken.” De opstellers staan overigens open voor verbeteringen aan het voorstel en verklaren zich bereid „binnen een verantwoorde kerkleer” verder te denken.