Bij de aanvaring op 16 augustus kwam een 62-jarige vrouw uit België om het leven. Zij viel na de botsing samen met elf andere opvarenden overboord. Alle drenkelingen werden door watertaxi’s en andere boten uit het water gehaald. Behalve het dodelijke slachtoffer vielen er nog twee zwaargewonden.

„Een opeenstapeling van fouten”, concludeerde de officier van justitie donderdagochtend bij de start van de rechtszaak tegen de 49-jarige K. uit Werkendam. De inwoner van de gemeente Altena wordt beschuldigd van dood door schuld en het veroorzaken van een scheepvaartongeval.

Tijdens ondervraging van de verdachte in de rechtbank van Rotterdam bleek dat de slachtoffers bij de aanvaring mogelijk geraakt zijn door de schroef van de snelle rubberboot (rib). Die schoot na de botsing over de sloep heen, omdat die een meter lager in het water lag dan het andere vaartuig. „De schroef heeft dood en verderf gezaaid”, concludeerde K. Het fatale ongeval werd gefilmd door een van de opvarenden.

De Werkendammer voer op de dag van het ongeval van zijn woonplaats naar de Waalhaven. „De boot was mijn auto”, zei K. Ter hoogte van het Antwerpse Hoofd zou de verdachte de sloep over het hoofd hebben gezien. „Mijn geest heeft het gewoon niet opgepakt dat er iets was. Dat denk ik. Ik heb het gewoon niet kunnen zien, omdat de sloep zo laag lag en zo donker was tegen die wal. Hij is gewoon weggevallen helaas. Met die achtergrond was het niet te zien.”

Volgens het OM had de sloep ook voorrang. De 59-jarige schipper daarvan was om kwart over vier ’s middags de Nieuwe Maas opgevaren om naar het Noordereiland te koersen.

De advocaat van K. liet doorschemeren dat hij vond dat zijn cliënt juist voorrang zou hebben gehad. De Werkendammer stelde bovendien dat hij met zijn „50 tot 55 kilometer per uur” niet te hard had gevaren.

Het OM maakt later de strafeis bekend. Ook komt de advocaat dan aan het woord.