Testamenten
Psalm 5:1
„Een psalm van David voor de opperzangmeester op de Nechilôth …”
Laten we eerst kijken wat de erfenis inhoudt en of zij ons persoonlijk te beurt valt, en vervolgens naar het moment dat zij gegeven wordt.
Stel u eens voor dat aan u een schenking per testament bekend gemaakt wordt, is het dan gek als we er ineens heel druk mee bezig zouden zijn –omdat die erfenis zogenaamd van ons is? We gaan nauwkeurig alles uitzoeken, de tekst nog eens nalezen, we gaan het geld natellen, we komen met papier aandragen, om wat opgeschreven is nog een keer over te schrijven. We kunnen er ontzettend druk mee zijn!
Maar stel u ook eens voor dat er geestelijke testamenten in ons midden liggen en alle boeken geopend zijn, is het dan evenzeer niet absurd, als u alleen maar nonchalant bent en er niets om geeft, omdat de inhoud van deze testamenten hoort bij een erfenis, die voor u niet tastbaar is?
Laten we daarom toch dichterbij komen en de testamenten openen en ons buigen over wat erin geschreven staat en laten we kijken om welke redenen die erfenis nagelaten is en wat de aard en de inhoud van die erfenis is. Want God heeft ons die erfenis niet zomaar nagelaten, maar met en bepaalde bedoeling.
Met welke bedoeling? „Die Mij liefheeft”, zegt Hij, „zal Mijn geboden bewaren.”
Johannes Chrysostomus, aartsbisschop te Constantinopel
(”Psalm 5”; 2010)
Johannes Chrysostomus (345-407) was een kerkvader en van 398 tot 403 aartsbisschop van Constantinopel. Hij groeide op in Antiochië, leefde enige tijd als kluizenaar, maar keerde terug naar zijn geboortestad. Hij werd later verbannen naar Armenië en Georgië. Hij ligt begraven in Constantinopel en liet veel geschriften na.