Uittocht christenen uit Syrië gaat door
Christenen in Syrië zijn „moe, gewond, verlaten en arm.” Dat zegt de Syrische pastor Ibrahim Alsabagh. „Veel gemeenteleden staan om 5 uur in de ochtend op om brood te zoeken. In lange rijen staan ze urenlang in regen en kou bij bakkerijen.”
In 2010 woonden er 1,4 miljoen christenen in Syrië, maar volgens het meest recente rapport van de organisatie Open Doors telt het land nu nog slechts 638.000 christenen. Meer dan 50 procent van de Syrische christenen heeft sinds 2010 het door oorlog geteisterde vaderland verlaten.
Syrië staat op de vijftiende plaats op de nieuwste ranglijst christenvervolging van Open Doors. Eén beklemmende zin in dit rapport typeert het alledaagse leven van christenen in het huidige Syrië. Open Doors merkt op dat „iedere christen in Syrië zich voortdurend realiseert dat islamitische extremisten niet noodzakelijkerwijs Syrië hebben verlaten. Ze hebben zich teruggetrokken in de schaduw en kunnen in de toekomst weer hun opwachting maken.”
Met een dergelijk somber toekomstperspectief ligt het in de lijn der verwachtingen dat de exodus van Syrische christenen zal doorgaan.
Geen douches
Syrië valt op te delen in drie regio’s. Allereerst is er het gebied dat gecontroleerd wordt door het regime in Damascus. Pastor Ibrahim Alsabagh schetste onlangs een onthutsend beeld van het leven van christenen in dit gedeelte van het land, waar gebrek is aan alles. Hij ziet zijn gemeenteleden „dag na dag in lange processies bedelend door de straten lopen.”
Ze hebben gebrek aan „werkelijk alles. Veel vrouwen kunnen door de afwezigheid van warm water vaak twintig dagen of langer geen douche nemen.” Het meest nijpende probleem is volgens de pastor de heersende honger die de mensen tot waanzin kan drijven.
In de autonome regio die door de Koerden wordt bestuurd is het leven niet veel beter. De christenen die daar leven, kennen nog een extra probleem. Gabriel Moushe leidt in deze Koerdische semi-autonome regio de Assyrian Democratic Organization (ADO). Hij maakt zich vooral zorgen over de voortdurende Turkse bombardementen „die de overgebleven mensen van ons dwingen om alsnog te vertrekken.”
Geen toekomst
Moushe laat zich bovendien pessimistisch uit over de door Koerden gecontroleerde Autonome Administratie in dit gebied. Deze „is uit op controle en hegemonie. Daarom vinden er inperkingen plaats van allerlei vrijheden en worden repressieve methodes ingezet.” Christenen zien hier geen toekomst meer.
In het noord-westen van Syrië ligt de provincie Idlib die door islamitische milities wordt bestuurd. Ooit woonden er 10.000 christenen, nu naar schatting nog 200, met een gemiddelde leeftijd van zeventig jaar. De hoofdstad van deze provincie heet ook Idlib. De 90-jarige Michel Boutros kwam recent ongewild in de belangstelling te staan. Hij is namelijk nog de enige christen in deze stad. Hij gelooft niet dat de christenen zullen terugkeren naar deze stad waar alle kerken gesloten zijn „omdat de huidige situatie niet zal verbeteren.”