Vaders worden in Zuid-Afrika node gemist
Het algemene besef van wat voor kinderen goed en nodig is, namelijk vaders die aanwezig zijn, is er nu nog niet in Zuid-Afrika. Er is dus werk aan de winkel voor de leiders binnen de politiek, de kerken en het onderwijs. Vanuit Nederland is maar beperkte invloed ten goede mogelijk.
Zuid-Afrika kampt met een wijdverbreide, extreme criminaliteit. De oorzaak daarvan moet doorgaans in de beroerde economische omstandigheden worden gezocht. Werkloosheid leidt tot armoede en armoede heeft roof en moord tot gevolg, is de gangbare redenering.
Geheel onjuist is deze redenering niet, maar ze slaat een zeer belangrijke schakel in de keten van oorzaak en gevolg over. Die schakel vormen de vaders van Zuid-Afrika of beter gezegd: de ontbrekende vaders.
Eenoudergezin
Meer dan de helft van de Zuid-Afrikaanse kinderen groeit op in een eenoudergezin. Die ene ouder is vrijwel altijd de moeder. De vader is met de noorderzon vertrokken of heeft door gewelddadig gedrag jegens de moeder de verbintenis tussen beiden onmogelijk gemaakt.
De breuk vindt meestal na de geboorte van een kind plaats. De zorg voor een kind stoot de vaders blijkbaar af. Verantwoordelijkheid dragen dwarsboomt hun individuele vrijheid op het gebied van drank, drugs en seksuele verlangens. Bovendien zijn er genoeg jongere vrouwen die graag met ervaren mannen in zee willen gaan, waarna de geschiedenis zich herhaalt.
Wanneer de vader verdwenen is, rust de taak van kostwinner op de schouder van de moeder. Het gevolg is dat de kinderen overdag aan hun lot worden overgelaten en zichzelf moeten opvoeden, tenzij een grootmoeder die taak probeert te vervullen. Maar ook dan is opnieuw de vrouw het slachtoffer van de man die weigert om de verantwoordelijkheid voor de opvoeding van zijn nakomelingen te dragen.
Substituutvaders
De gevolgen van dit gedrag van vooral zwarte mannen zijn desastreus. Tachtig procent van alle mannelijke gevangenen in de Zuid-Afrikaanse gevangenissen heeft tijdens de jeugdjaren geen vader gekend. Wel waren er oudere jongens als substituutvaders. Zij werden bewonderd wegens hun geslepenheid om anderen te bedriegen en hun handigheid om aan geld en verdovende middelen te komen. Tot de ”wijsheden van de straat” behoort ook het verleiden en zwanger maken van jonge meisjes.
Daarmee is de cirkel rond. De jonge vrouwen moeten omwille van de dagelijkse gezinsbehoeften buitenshuis werken en de jongetjes groeien voor galg en rad op. Binnen de gevangenis heerst een strakke hiërarchische ordening van de verkeerde soort. Slechter dan in de gevangenissen van Zuid-Afrika kunnen zwarte jongens het niet treffen. Van moraal zal in hun verstoorde leven geen sprake meer zijn.
Als bron van de kennis over het leven zonder vader, het straatgeweld en de gruwelen in de gevangenissen is de literatuur van Zuid-Afrika onmisbaar: romans die door bewoners van de zwarte (krotten)wijken zijn geschreven, memoires (een mengeling van autobiografie en fictie) van jonge zwarte mannen en getuigenissen over de gruwelkamers van de gevangenis. Zonder de uitgebreide literatuur van townshipbewoners en ex-gevangenen zou de Zuid-Afrikaanse burger van Europese afkomst niet weten wat er gaande is in zijn land.
Hoop
Het valt niet te ontkennen dat het ontbreken van verantwoordelijkheidsgevoel bij de vaders de wortel vormt van de euvelen die Zuid-Afrika teisteren. Geen politicus mag daarom zijn hoofd in het zand steken en blijven klagen over te weinig werkgelegenheid voor de grote schare leerlingen die zojuist hun diploma van de middelbare school hebben behaald.
De getuigenissen over het echte probleem liggen voor het grijpen, zoals het zojuist verschenen ”Village Boy. A Story of Hope for the Fatherless” van Themba Dlamini. In zijn boek beschrijft Dlamini hoe hij in Natal zonder vader opgroeide, het voorbeeld en de morele steun van zijn vader moest missen en ten slotte zelf zijn vrouw Dennise en twee kinderen in de steek liet.
Dlamini benoemt op het dieptepunt van zijn leven de alcohol tot zijn troostende vader. Uit die diepte weet hij door zijn geloof in Jezus Christus omhoog te klimmen. Dat is de hoop die hij aan zijn landgenoten presenteert.
Wil Dlamini het juiste spoor blijven volgen, dan zal in Zuid-Afrika een gemeenschappelijke zedelijke visie op het vaderschap hem daarbij de nodige steun kunnen geven. Dat algemene besef van wat voor kinderen goed en nodig is, is er nu nog niet in Zuid-Afrika. Er is dus werk aan de winkel voor de leiders binnen de politiek, de kerken en het onderwijs.
Toerisme
Vanuit Nederland is maar beperkte invloed ten goede mogelijk. Maar, de middelen die beschikbaar zijn, kunnen via de kerken de moeders helpen om zich te ontwikkelen en hun kinderen een goede start in het leven te verschaffen. En wat te denken van het toerisme? Hoe mooi zou het zijn wanneer elke toerist in Zuid-Afrika een bescheiden som zou afdragen aan een organisatie ter bescherming van vrouwen!
De auteur doceerde Zuid-Afrikaanse letterkunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen.