In augustus 2019 werden meerdere huizen in de binnenstad ontruimd na de ontdekking van de fosforgranaat. De Explosieven Opruimingsdienst Defensie haalde uiteindelijk meer dan een kilo springstof uit de studentenkamer van de destijds 18-jarige Max R. In totaal droegen de militairen 883 stuks munitie en onder meer twintig granaten de woning uit. R. had zelf de rokende granaat in de tuin gelegd. Omdat hij dacht dat de granaat gedoofd was, liet hij deze in de tuin liggen om met vrienden op pad te gaan.

De rechtbank oordeelde dat R. door de zaak en de nasleep ervan al voldoende is gestraft. De rechters zien het als een onbezonnen daad van een onervaren jongeman die geen kwaad in de zin had. Zelf zei de man dat hij na de vondst van de granaat via sociale media dagenlang bedreigingen ontving. Uit een controle in januari is al gebleken dat hij niet opnieuw gevaarlijke spullen aan het verzamelen is. Bovendien hing deze zaak hem bijna 2,5 jaar boven het hoofd.

De zaak kwam nu pas voor de rechters omdat de politie enige tijd nodig had om meer te weten te komen over een menselijke schedel die ook in de collectie van R. zat. Zijn verhaal, dat dit het hoofd van een Duitse soldaat was gevonden in Oekraïne, bleek niet te kloppen. Een vriend had de schedel uit een graf gelicht.

Tegen R., die op de zitting twee weken terug uitgebreid zijn spijt betuigde, was een werkstraf van 120 uur en twee maanden voorwaardelijke jeugddetentie geëist.