Nieuwe ambassadeur Steun christenen nodig om blik op Israël te verbreden
Hij is nog maar net als nieuwe ambassadeur van Israël aangetreden, of hij moet zijn land al verdedigen. Bijvoorbeeld tegen een vernietigend rapport van Amnesty International. Modi Ephraim: „Ik benijd andere diplomaten die een partijtje kunnen gaan golfen.”
Per koninklijk rijtuig arriveerde Modi Ephraim woensdagmorgen op Paleis Noordeinde om zijn geloofsbrieven aan koning Willem Alexander aan te bieden. Hij was de eerste in een rijtje van drie, want ook de hoogste vertegenwoordigers van Griekenland en Nieuw-Zeeland maakten hun opwachting bij de vorst.
Toch passeerde tijdens de korte ontmoeting een groot aantal onderwerpen de revue, vertelt Ephraim na terugkeer in de ambassade van Israël. „We hebben gesproken over de herdenking van de aanslagen op Joodse centra in Buenos Aires, volgende maand dertig jaar geleden. De koning was verrassend goed op de hoogte van die zaak.”
Willem Alexander refereerde aan zijn bezoek aan Jeruzalem tijdens de herdenking van 75 jaar bevrijding van vernietigingskamp Auschwitz. Een vijfde koninklijk bezoek aan de Joodse staat zit er vooralsnog niet in, aldus Modi. „De koning toonde zich echter graag bereid zijn Israëlische ambtgenoot Isaac Herzog te ontvangen.”
Ephraim bekleedde als diplomaat posten in diverse Latijns-Amerikaanse landen. Het laatst als ambassadeur in Peru. Daarna diende hij als adviseur van de Israëlische president en leidde hij op het ministerie van Buitenlandse Zaken de divisie Latijns-Amerika en Caraïben. „Dit is mijn eerste standplaats in Europa. Ik heb nooit eerder in een koud land gediend”, zegt hij met een grijns.
Opdracht
Een bijzondere opdracht uit Jeruzalem heeft de ambassadeur niet meegekregen voor zijn nieuwe baan. Wel zal hij zich nadrukkelijk op een aantal speerpunten richten. „Voor Israël heeft de Iraanse dreiging topprioriteit. Het ziet ernaar uit dat de onderhandelingen over het Iraanse atoomprogramma in Wenen weinig zullen opleveren. Er is ons daarom alles aan gelegen om bondgenoten te vinden om een gezamenlijk front tegen de Islamitische Republiek te vormen. Nederland kan daarin het voortouw nemen, ook omdat de Organisatie tegen Proliferatie van Chemische Wapens in Den Haag is gevestigd.”
Verder zal de diplomaat zich vooral inspannen om de bilaterale samenwerking met Nederland te bevorderen. Zowel op handelsgebied als op het terrein van innovatie, klimaat en energie.
Hoewel Ephraim nog maar kort in Nederland is, had hij al ontmoetingen met opperrabbijn Jacobs en andere Joodse prominenten. Ook bracht hij een bezoek aan de stichting Christenen voor Israël in Nijkerk. „Ik wil in de toekomst meer christelijke groeperingen ontmoeten. We waarderen hun steun en hebben die ook nodig om de blik op Israël te verbreden.”
Die blik werd dinsdag nog versmald tot „apartheidsstaat” in een kritisch rapport van Amnesty International waarin de mensenrechtenorganisatie de vloer aanveegde met de manier waarop Israël de Palestijnse bevolking behandelt.
Ephraim heeft weinig goede woorden voor het rapport over. „Ik was niet verbaasd, want ik volg Amnesty al jaren. Het is een radicale organisatie die het bestaansrecht van Israël met allerlei valse aantijgingen in twijfel trekt. Dat rapport neigt naar een nieuwe vorm van antisemitisme dat op alle mogelijke manieren moet worden veroordeeld. Kijk eens naar de foto van de Israëlische regering. Die zegt meer dan duizend woorden: partijen van links tot rechts, inclusief een Arabische. Is dat een apartheidsstaat? Dit document is het papier waarop het is gedrukt niet eens waard.”
U bent nog maar net aangetreden en u moet uw land al verdedigen. Dat is niet voor het eerst. Wordt u dat niet zat?
„Het is een bijzondere uitdaging. Ik benijd andere diplomaten die een partijtje kunnen gaan golfen. Mijn ouders zijn tijdens de Holocaust naar Israël gekomen en hebben meegeholpen de staat op te bouwen. Ik zal alles doen wat in mijn vermogen ligt om de waarden waar zij voor hebben gestreden te beschermen.”
Is dat ook de reden dat u diplomaat bent geworden?
„Die vraag stel ik mezelf na 28 jaar nog steeds. Ik heb rechten gestudeerd. En ik kwam al snel tot de ontdekking dat ik veel meer kan bijdragen in de diplomatie dan in de rechtszaal. Ik kan de wereld niet veranderen, maar ik kan me wel maximaal inzetten voor mijn land.
In Latijns-Amerika heeft u zich met succes sterk gemaakt voor de verhuizing van diverse ambassades van Tel Aviv naar Jeruzalem. Ziet u in Europa ook mogelijkheden?
Lachend: „Ik wacht op een telefoontje van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag dat ze willen verhuizen. We zullen ze alle mogelijke hulp bieden. Het is toch ook merkwaardig. Jeruzalem is de hoofdstad van Israël. Daar zetelen alle regeringsinstanties. Nu pendelen buitenlandse diplomaten heen en weer tussen Tel Aviv en Jeruzalem. Dat is onnatuurlijk.”