Emigratiegolf Westlanders naar Canada door kerken op touw gezet
Na de Tweede Wereldoorlog vertrokken 400 Westlanders naar Canada en Amerika. Dankzij een goed georganiseerd programma van de Christian Reformed Church in North-America (CRC) en de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN). „De kerk speelde een belangrijke rol en zorgde samen met de overheid voor huis en werk”, aldus onderzoeker Ton Sels.
Sels, werkzaam bij de gemeente Westland, verrichtte, als historicus opgeleid, op persoonlijke titel een onderzoek naar het programma dat liep van 1946 tot 1963 en ondersteund werd door de Canadese en de Nederlandse overheid. Dit jaar is het precies zestig jaar geleden dat de laatste Westlander via dit programma emigreerde, blijkt uit zijn onderzoek. Het ging om 190 Westlandse gezinnen en huishoudens.
Sels onderzocht de namenlijst van Calvin University in Grand Rapids (Michigan) van bijna 10.000 huishoudens van Nederlandse emigranten op namen van Westlanders. De lijst vermeldt onder meer gezinssamenstelling, afkomst, bestemming en de naam van sponsoren. Deze laatsten waren vaak boeren of ondernemers die op zoek waren naar goede krachten en die ook nog eens tot hetzelfde kerkgenootschap behoorden. De sponsors zorgden dan ook voor huisvesting, opvang, werk en begeleiding van de nieuwkomers. Ook kwam het voor dat familieleden die eerder waren geëmigreerd voor opvang, werk en huisvesting zorgden. Ook deze groep werd als sponsor aangemerkt.
Nieuw bestaan
De wens om een nieuwe toekomst in Canada of Amerika te vinden, leefde bij velen volop na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog. De oorlog had in het Westland zijn sporen achtergelaten, met vele bunkers, tankgrachten en andere verdedigingswerken die de Duitsers tegen de geallieerden hadden opgeworpen. „Je moet maar rekenen dat het gebied vier kilometer van de zee af zwaar gehavend was”, aldus Sels.
De angst voor een nieuwe oorlog, de wapenwedloop en de onzekerheid van bestaan brachten 150.000 Nederlanders ertoe naar Canada te vertrekken en daar een nieuw bestaan op te bouwen. Van deze groep behoorde 13 procent tot een gereformeerde kerk in Nederland. In Canada kon men nieuwe arbeidskrachten goed gebruiken. Veel Canadezen hadden als bevrijders van Europa hun leven verloren en in een uitgestrekt land als Canada waren nieuwe arbeidskrachten van harte welkom.
Veruit de meeste emigranten (90 procent) uit deze groep van bijna 10.000 personen en gezinnen kwamen in Canada terecht, hoofdzakelijk in de staat Ontario. Slechts enkele Westlanders kozen voor een toekomst in de VS en wel in de staten Californië en Michigan.
Goed terecht
De CRC en GKN wilden dat de gereformeerde emigranten goed terechtkwamen in de lokale kerkgemeenschappen. Besloten werd een hulp- en begeleidingsprogramma op te zetten. Geloofsgenoten die interesse hadden voor emigratie naar Canada konden zich in Nederland melden bij de Christelijke Emigratie Centrale, ondergebracht bij het algemeen bureau van de GKN. Vervolgens werd door het comité van de CRC, bestaande uit predikanten en kerkbestuurders, gezocht naar sponsors, arbeidsplaatsen en huisvesting voor de aanstaande emigranten. De emigranten begonnen de grote overtocht per boot vanuit de haven van Rotterdam. Plaats van aankomst was de haven van Halifax in Canada. Daar was het Canadese kantoor van de Christian Emigration Central (CEC) gevestigd.
Het initiatief van de CRC en GKN hielp door heel Nederland mensen met advies en begeleiding bij vertrek. In vergelijking met grote plaatsen in Nederland was de emigratiegolf vanuit het Westland aanzienlijk te noemen, aldus Sels. „Afgezet tegen het aantal inwoners van 51.666 in 1950 van de plaatsen die tegenwoordig onder Westland vallen, was er sprake van een vertrek van bijna één procent van de bevolking, alleen al via dit kerkelijk programma. Maar als je ook de hervormden en katholieken erbij rekent, die niet met een dergelijk programma zijn benaderd, kom je gauw op twee tot drie procent.”
De reden van het hoge aantal emigranten vanuit het Westland moet vooral gezocht worden in de zoektocht om in de glastuinbouw of landbouw een nieuwe toekomst te vinden. De emigratiegolf heeft een belangrijke impuls betekend voor de internationale positie van de Westlandse glastuinbouw, aldus Sels.
Zonder de kerken zouden de emigranten deze stap na de oorlog niet genomen hebben?
„De kerk had een flinke vinger in de pap wat de organisatie van de emigratie betreft. Je ziet dat de emigranten ook in de nieuwe wereld weer kerkelijk actief werden. Via de kerken raakte men ook met elkaar bevriend en daaruit kwamen veel huwelijken voort. Voor de rest was het voor de emigranten vooral hard werken en een nieuwe toekomst opbouwen. Ik heb ook onderzoek gedaan naar de emigratie van de afgescheiden predikant H. P. Scholte, die met 800 volgelingen naar Pella, in Iowa, trok. Daar zie je nog steeds drie enorm grote kerken die aan deze tijd herinneren. De kerk was de plaats waar men elkaar ontmoette en waar men ook de band met Nederland onderhield.”