„Niet weggroeien van doelstelling”
Ook de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt vierde maandag haar 150e geboortedag. Bij die viering lag de nadruk op het feit dat de universiteit niet mag weggroeien van haar oorspronkelijke doelstelling, namelijk het opleiden van studenten tot predikant.
De rector, prof. dr. G. Kwakkel, memoreerde in zijn zogenaamde ”diesrede” enkele facetten uit de geschiedenis. De theologische school, aanvankelijk een opleiding tot predikant, groeide uit tot een volwaardig theologische universiteit, met een scala van wetenschappelijke activiteiten. De rector vond het passend om bij dit jubileum de vraag centraal te stellen: „Zijn we niet een beetje bij de oorspronkelijke doelstelling vandaan gegroeid?”
Prof. Kwakkel benadrukte dat het wetenschappelijke karakter van een predikantsopleiding belangrijk is, mede ook om theologen te bekwamen het gesprek aan te gaan met de moderne cultuur. De toename van het aantal studenten die na hun studie niet tot predikant worden bevestigd, noemde de rector een reden tot bezinning. Volgens hem is de universiteit in de eerste plaats de plek om studenten op te leiden tot de dienst des Woords. „Hoeveel nuttigs wij ook doen, als er niet voldoende predikanten worden afgeleverd, schieten we ons doel voorbij. Momenteel leveren wij maar mondjesmaat predikanten af en daarin mogen wij niet berusten.” Prof. Kwakkel stelde dat deze vragen in de toekomst op de agenda van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt gezet zullen worden.
Hoogleraar dogmatiek prof. dr. B. Kamphuis hield een oratie over ”Chalcedon in Kampen”. Dr. Kamphuis noemde de wijze waarop het concilie van Chalcedon (451) strijdende visies te boven wist te komen „een voorbeeld van goede, christelijke consensus.” De formulering van Chalcedon over de Persoon en de beide naturen van Christus is ook in ’Kampen’ altijd het fundament van de christologie geweest, aldus de hoogleraar.
Prof. Kamphuis spitste zijn rede toe op de vraag hoe de bekende Kamper hoogleraren Herman Bavinck en Klaas Schilder met ”Chalcedon” waren omgegaan. Volgens prof. Kamphuis „valt er van beiden wat betreft de christologie veel te leren, maar bij beiden houd je ook veel vragen over.” Opvallend bij Bavincks christologie is, volgens prof. Kamphuis, de katholiciteit. „Bavinck wilde zeggen dat het diepe verlangen van heel de wereld naar verlossing in Christus vervuld wordt. Deze brede inzet krijgt een brede uitwerking als hij zegt dat ook alle elementen uit de schepping in Christus met God verzoend worden.”
Volgens de hoogleraar is een andere notie bij Bavinck de „mededeelbaarheid van God”, die zowel in zijn leer van de vleeswording (incarnatie) als de openbaring (revelatie) een belangrijke rol speelt. „Hier biedt Bavinck gedachten en formuleringen die niets aan actualiteit hebben verloren. Er zijn weinigen die zo diep hebben nagedacht over hoe de immanentie van God kan worden recht gedaan, zonder Zijn transcendentie op te geven.”
Bij Bavinck is ”Chalcedon” echter niet het einde en heeft het niet het laatste woord, meent prof. Kamphuis, die het jammer zei te vinden dat Bavinck zijn bedenkingen bij ”Chalcedon” niet zo uitdrukkelijk heeft verwoord. „Was de taal hem te Grieks-ontologisch? Had hij bezwaren tegen het begrip ”persoon”? Bij Bavinck wordt de menselijke natuur van Christus echter zo algemeen dat hij de echte menselijkheid van Christus tekortdoet.” Uitgerekend de andere bekende Kamper hoogleraar, Klaas Schilder, bracht hier correcties aan. „In zijn christologie benadrukte Schilder, vaak reagerend op Karl Barth, de concrete menselijkheid en historiciteit van Christus. In plaats van de concentratie op de naturen, zoals bij Chalcedon, valt bij Schilder alle nadruk op de ambten.” Volgens Kamphuis schoot Schilder in zijn fascinatie voor de samenhang van persoon en ambt bij Christus, zelfs door.
Volgens de hoogleraar is het niet nodig beide gereformeerde theologen op één lijn te krijgen. „Hun kracht lag in het ingaan op vragen van de eigen tijd. Dit model moeten we in Kampen vasthouden: met volle overtuiging staan in de gereformeerde traditie en tegelijk midden in je tijd staan. Bavinck, met zijn katholiciteit, is thans in de multiculturele samenleving actueler dan ooit. Schilder biedt met zijn christologie een goed tegenwicht aan moderne vrijzinnigheid.”