Groen & duurzaamheidGelderse bossen

Plofberken uit Urk doen het goed in Gelderland

Het gaat niet goed met de Gelderse bossen, constateren de Bosgroepen, de verenigingen van boseigenaren. Ongunstige bodem- en weersomstandigheden verzwakken de bomen en leiden plaatselijk tot keverplagen. De redding komt van Urk.

Kees van Reenen​
28 January 2022 15:49
Grillig gesnoeide zaadgaard in het Urkerbos, de bron van veelgevraagde berkjes. beeld Kees van Reenen
Grillig gesnoeide zaadgaard in het Urkerbos, de bron van veelgevraagde berkjes. beeld Kees van Reenen

Nu en dan weet de zon door de bewolking heen te breken, maar een snijdende noordwester doet de gevoelstemperatuur dalen tot dicht bij het vriespunt, ook in de beschutting van de –merendeels kale– bomen van landgoed Beekzicht bij Voorst. De natte sneeuw die een uur geleden viel, heeft het met gras begroeide bospad zompig gemaakt.

Bosbeheerder Gerard Koopmans stapt door tot een min of meer open plek aan de rand van het bos en wijst. „Hier stonden fijnsparren, tot de letterzetter kwam en de bomen massaal doodgingen. Links zie je wat er gebeurt als je vervolgens niets doet” –een gribus vol braamstruiken met hier en daar vanzelf opgekomen jonge boompjes– „en rechts zoals we het eigenlijk willen. We hebben het perceel vrijgemaakt en er jonge boompjes geplant: linde en hazelaar vanwege de goede verteerbaarheid van het blad en eik vanwege de cultuurhistorie, want vroeger was dit eikenhakhoutbos. En berken uit Urk.”

Ook berkenblad verteert goed en bovendien groeien berken snel, vooral deze, zoals straks zal blijken. Maar eerst schetst Koopmans, die één dag in de week als bosbeheerder en bedrijfsleider werkt voor het particuliere landgoed en de rest van de tijd als projectcoördinator bij de Bosgroepen, de problematiek.

Verzuring

„De klimaatverandering is duidelijk te merken in de bossen”, stelt hij. „En dat zal in de toekomst nog sterker worden. Perioden van droogte, hitte of overvloedige regenval verzwakken de bomen.” Op de schrale Veluwse gronden komt daar nog verzuring door stikstofrijke neerslag bij. Gevolg is dat de bomen kwetsbaar worden voor kevers zoals de letterzetter op sparren en de verwante bastkever op de lork (lariks). „Naaldbomen beschermen zich met hars”, legt de bosbeheerder uit. „Maar een verzwakte boom kan dat niet genoeg aanmaken. De kevers weten de bomen te vinden en de larven graven gangen in het cambium onder de bast, waardoor het voedseltransport van de boom geblokkeerd wordt. Zo is hier in een paar weken de hele opstand eraan gegaan.”

Goed hout

Het wordt dus steeds belangrijker om het bos weerbaar te maken, en daar werken de Bosgroepen hard aan door middel van het project Bosrevitalisering. „We gaan monoculturen vervangen door kleinschalige gemengde opstanden en zoeken daarbij boomsoorten die niet alleen bestand zijn tegen een sterke wisseling van natheid en droogte en hitte, zoals zuidelijke soorten, maar ook tegen nachtvorst. En die goed hout leveren, want Nederlands hout kan zeker zo goed zijn als het hout dat met veel brandstofverbruik hierheen moet worden gehaald. Waar mogelijk benutten we ook natuurlijke verjonging.”

17918679.JPG
Bosbeheerder Gerard Koopmans toont de jaargroei van een Urker berkje op landgoed Beekzicht in Voorst. beeld Kees van Reenen

Het is een hele puzzel, waarbij niet alleen de soort, maar ook de kwekerij en de specifieke zaadbron van belang zijn. Bij elke boomsoort is er onder bosbeheerders wel een beroemde bron. „Bij de inlandse eik heb je bijvoorbeeld Ede/De Klomp, en bij de ruwe berk is het Urk. De berken van die selectie hebben een mooie rechte, witte stam, leveren uitstekend fineer- en haardhout en groeien gigantisch snel.”

Koopmans stapt weer in zijn terreinwagen en rijdt via binnenweggetjes naar de uiterste noordwestrand van het 201 jaar oude, ruim 500 hectare grote landgoed dat zich naar het oosten uitstrekt tot aan de IJssel. Dan stapt hij uit, op een paar kilometer van de Veluwe vandaan, en loopt opnieuw een bospad op. Al snel ligt er ter linkerzijde een kleine open plek te midden van sparren en lorken.

Lichte zaadjes

De bosbouwer stapt de open plek op. Die blijkt niet echt open te zijn maar vol te staan met jonge boompjes: „Urkjes.” Anders dan midden op de Veluwe hoeven de jonge boompjes hier niet beschermd te worden tegen wildvraat. Koopmans pakt een stammetje tussen duim en wijsvinger. „Kijk, dit hele bovenstuk is in één jaar gegroeid; 40 tot 50 procent sneller dan andere berken. ‘Plofberken’ noemen we ze soms. Meestal is het aanplanten van berken geldverspilling omdat ze overal opkomen dankzij hun lichte zaadjes – in een kilogram zitten er 1 miljoen. Maar met de urkjes is het een ander verhaal.”

Deze boompjes danken hun naam aan de plek waar de variant is ontdekt, in het Urkerbos. Daar groeiden ze overigens niet van nature, maar zijn ze gebracht bij de bosaanleg na de inpoldering. Alleen waar vandaan, dat is een groot raadsel. „Wellicht wordt dat nog een keer uitgezocht aan de hand van genetische kenmerken”, denkt de bosbeheerder.

Intussen wordt de zaadgaard in het Urkerbos niet meer gebruikt; de grillig gesnoeide berken vormen nog slechts een markant landschapselement. Vanuit een zaadbron bij Dronten en opgekweekt in het Brabantse vinden de urkjes nu hun weg door het hele land.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer