Greenpeace presenteert plan om olieramp Jemen te voorkomen
De Verenigde Naties en andere partijen moeten een oude olietanker voor de kust van Jemen zo snel mogelijk leeghalen om „een van de grootste olierampen in de geschiedenis” te voorkomen, stelt Greenpeace in een donderdag gepubliceerd reddingsplan. Daarvoor is de kennis van landen in Noordwest-Europa, zoals Nederland, noodzakelijk.
De oude en roestende olietanker FSO Safer met meer dan een miljoen olievaten aan boord heeft al zo’n zeven jaar geen onderhoud gehad. Apparatuur om branden te voorkomen of bestrijden werken niet meer. De olievaten moeten daarom worden overgeladen op andere schepen, stelt Greenpeace. Om de olietanker heen moet een drijvende dam van zo’n kilometer lang worden aangelegd. Als het misgaat, kan die mogelijk de gevaren indammen.
„Maatregelen om een grote ramp te voorkomen, of in elk geval de impact te beperken, kunnen niet langer wachten”, stelt Ahmed El Droubi van Greenpeace MENA, de tak van Greenpeace in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. De olietanker zou vier keer meer olie kunnen verliezen dan de Exxon Valdez in 1989, waarschuwden de VN eerder. Die zorgde destijds voor een beruchte milieuramp bij Alaska.
Jemen wordt al jaren geteisterd door een burgeroorlog. Juist deze humanitaire crisis in het land en de politieke situatie zorgt er volgens Greenpeace voor dat het cruciaal is om nu actie te ondernemen. Paul Horsman, projectleider bij Greenpeace International, zegt te begrijpen dat het een grote opgave is om de olie in deze tanker veilig te stellen, „maar de belemmeringen zijn vooral politiek”.
Als de olietanker gaat lekken, als hij zinkt of misschien zelfs explodeert, kan dit leiden tot hevige gezondheidsproblemen voor mensen in de regio. Daarnaast zorgt het voor een grote milieuramp in de Rode Zee. Bovendien zou het een effect hebben op de wereldeconomie, stelt Greenpeace, aangezien de olietanker de zeevaart door het Suez Kanaal zou beperken.