Europees wapenembargo schaduw over top met China
Opheffing van het Europese wapenembargo tegen Peking staat bovenaan de agenda voor de jaarlijkse top tussen EU en China, woensdag in Den Haag, onder leiding van premier Balkenende. De verwachting is dat beide partijen op dit terrein geen duimbreed willen toegeven. Toch zullen EU en China elkaar wel op tal van andere fronten naderen. Een achttal overeenkomsten zal worden getekend, onder meer over samenwerking bij uitzetting van illegalen en nucleaire veiligheid.
De Europese Unie voerde een wapenembargo tegen China in, na het neerslaan van de vredige opstand op het Tiananmen–plein in Peking, eind jaren tachtig. De relaties tussen Europa en China verzuurden daardoor flink. De afgelopen jaren ontmoeten de Chinese en Europese leiders elkaar echter weer regelmatig, vooral met het oog op de wederzijdse handelsbelangen. De bijeenkomst in Den Haag is al de zevende in rij.
China dringt al langer aan op opheffing van het wapenembargo. Frankrijk steunt de Chinezen daarin, omdat Franse wapenproducenten leveringen kunnen doen aan Peking. Vooral Nederland stelt zich echter op het punt dat het nog te vroeg is voor opheffing van het embargo. In de tussentijd werkt de EU wel aan een gedragscode voor landen waaraan Europese producenten wapens kunnen leveren.
Pas als er over zo’n gedragscode overeenstemming is met China komt een opheffing van het embargo serieus op de agenda te staan. Diplomaten en experts van de Europese Commissie verwachtten maandag dan ook dat China een bijna ritueel beroep zal doen op de EU, maar dat er woensdag geen schot komt in de zaak.
Verder zal China aandringen op een beperking van de invoerheffingen op textiel. De vorige Europees commissaris voor handel Lamy voerde net voor zijn vertrek de regeling in dat landen als China, die verantwoordelijk zijn voor meer dan 12,5 procent van de totale import van goederen als textiel van buiten de EU, hogere handelsheffingen moeten betalen. China vreest voor omzetverlies van de eigen textielsector. Lamy stelde echter dat Chinese bedrijven werken met zulke ruime marges, waardoor zij hogere heffingen wel kunnen opvangen.