ING: belangrijker rol bij cybersecurity voor IT-dienstverleners
IT-dienstverleners zullen een grotere rol moeten gaan spelen om bedrijven weerbaarder te maken tegen cyberaanvallen. Dat zegt ING, die voorziet dat in cybersecurity gespecialiseerde bedrijven alleen niet genoeg capaciteit hebben om te zorgen dat bedrijven minder kwetsbaar zijn. Vooral MKB-bedrijven zijn nog te weinig voorbereid.
Volgens ING ligt het voor de hand dat bedrijven die IT-infrastructuur beheren ook doorgroeien naar beveiliging. Dan zullen zij wel moeten investeren in het uitbreiden van hun expertise op dat gebied, maar dat levert ook iets op. ING verwacht dat bedrijven in 2025 tot 11 miljard euro uitgeven aan cyberveiligheid.
De dreiging van cyberaanvallen wordt steeds groter, merkt ING op. De totale schade daarvan voor Nederlandse bedrijven schat de bank op tussen de 8 en 12 miljard euro, waarvan het verlies aan omzet en klanten en de kosten voor imagoherstel het grootste deel vormen. Ook zijn er kosten als reputatieschade en verlies van intellectueel eigendom.
Ransomware, die computers vergrendelt, waarna losgeld wordt geëist, is een sterk groeiende tak van cybercriminaliteit. Vanaf de tweede helft van 2019 tot de eerste helft van vorig jaar werd het aantal aanvalspogingen ruim drie keer zo groot. Meestal ligt het gevraagde bedrag voor het vrijgeven van de gegevens op tussen de 0,4 procent en 2 procent van de omzet, stelde Cyberveilig Nederland al eerder. Voor bedrijven is dat maar een klein onderdeel van de schade. De tijd waarin de systemen plat liggen en de periode die daarna nodig is om alles weer op orde te krijgen zijn veel duurder omdat daarin niet normaal zaken gedaan kan worden.