De gevangenhouding van Azzam heeft jaren voor wrijving tussen Israël en Egypte gezorgd. Egypte maakte in november 1996 bekend dat het Azzam, directeur van een textielfabriek in Egypte, had gearresteerd. Het jaar daarop werd hij tot vijftien jaar gevangenisstraf veroordeeld omdat hij Egypte in opdracht van Israël zou hebben bespioneerd. Als bewijsmateriaal diende onder andere onzichtbare inkt die Azzam in bezit had en waarmee hij informatie zou hebben doorgespeeld. Israël heeft altijd ontkend dat Azzam een spion was en vroeg de Egyptische president Hosni Mubarak herhaaldelijk hem gratie te verlenen.

De zes studenten werden in augustus opgepakt nadat ze illegaal de grens waren overgestoken, volgens Israël met de bedoeling soldaten te ontvoeren. Ze zullen in Egypte mogelijk worden vervolgd wegens het illegaal oversteken van de grens. De gevangenenruil werd uitgevoerd bij de grensplaats Taba. Zijn familie hoorde pas zondag dat Azzam zou vrijkomen. Azzam voerde na zijn vrijlating een kort telefoongesprek met Sharon, die zei dat hij hard had gewerkt om Azzam vrij te krijgen. Sharon belde ook Mubarak, om hem te bedanken voor de vrijlating van Azzam. De twee spraken af nauw met elkaar te gaan samenwerken, zo meldde Sharons kantoor.

De gevangenenruil duidt op een verbetering van de betrekkingen tussen Israël en Egypte. Enkele dagen geleden spraken de Egyptische minister van Buitenlandse Zaken en het hoofd van de Egyptische inlichtingendienst in Jeruzalem met Sharon. Eerder in de week had Mubarak zich lovend over Sharon uitgelaten en gezegd dat hij een vredesakkoord tussen de Palestijnen en Israël mogelijk achtte.

De betrekkingen tussen Israël en Egypte verslechterden nadat ruim vier jaar geleden de tweede intifada was uitgebroken. Egypte trok toen zijn ambassadeur uit Israël terug uit protest tegen het geweld waaraan het Israëlische leger zich volgens Egypte in de Palestijnse gebieden schuldig maakte.

Het vrijhandelsakkoord dat Israël, de VS en Egypte volgende week dinsdag zullen tekenen, betekent dat producten die onder bepaalde voorwaarden in deze zones zijn gemaakt zonder invoerrechten zonder meer op de Amerikaanse markt kunnen worden aangeboden. Eenzelfde overeenkomst bestaat al tussen Israël, Jordanië en de VS.

Israëlische regeringskringen spraken maandag van de belangrijkste doorbraak op economisch gebied sinds Egypte en de joodse staat in 1979 een vredesverdrag tekenden.

De handel tussen beide buren vertegenwoordigt jaarlijks een waarde van slechts 34 miljoen euro. Met de vrijhandelzones kan dat snel oplopen tot 54 miljoen euro per jaar, aldus de voorzitter van de Vereniging van Israëlische Industriëlen, Oded Tirah.

Het akkoord verplicht tot samenwerking tussen Egyptische en Israëlische ondernemers. In het Jordaans-Israëlische voorbeeld moet 8 procent van de handelswaar Israëlisch zijn en 35 procent van het totaal aan naar de VS uitgevoerde producten uit de zone moet het resultaat zijn van samenwerking tussen bedrijven uit beide landen in het Midden-Oosten.

De Egyptisch-Israëlische vrijhandelszones komen op Egyptisch grondgebied aan de grens met de Palestijnse Gazastrook en de joodse staat.

De Egyptische president Mubarak en de Israëlische premier Sharon hebben besloten „de samenwerking uit te breiden in het belang van komende generaties”, aldus een verklaring van de Israëlische regering.

Voorts ligt er een groot contract klaar voor ondertekening. Het betreft de levering van Egyptisch gas aan Israël ter waarde van zeker 1,9 miljard euro. De Israëlische elektriciteitsmaatschappij wil over een periode van vijftien jaar gas van Egypte betrekken.