Ruim een op tien gevaccineerden twijfelt of wil geen booster
Van de mensen die in aanmerking komen voor de boosterprik tegen het coronavirus is 3,1 procent niet van plan de vaccinatie te gaan halen. Verder weet 8,6 procent het nog niet zeker, meldt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
Het instituut trekt de conclusies op basis van een onderzoek onder ruim 5200 gevaccineerde en ongevaccineerde mensen vanaf 16 jaar. De cijfers zijn gewogen naar leeftijd, geslacht en opleidingsniveau zodat ze een „zo representatief mogelijk beeld” geven van de bevolking, aldus het RIVM. Het onderzoek werd gedaan tussen 4 en 10 januari.
Rond die tijd had minder dan de helft van de volwassen Nederlanders de boosterprik al gehad en was volgens het onderzoek 42 procent van de 16-plussers het naar eigen zeggen nog wel van plan. Op dit moment komen alleen 18-plussers in aanmerking voor de oppepprik. Inmiddels heeft zo’n 53 procent van alle volwassen Nederlanders de prik gehad, meldde het RIVM dinsdag op basis van cijfers van afgelopen week.
Een deel van de mensen die in aanmerking komen voor een boostervaccinatie moet nog wachten met het halen van de prik, omdat ze korter dan drie maanden geleden hun vorige coronavaccinatie kregen of ondanks de inenting besmet raakten met het virus.
De groep die geen oppepprik wil is volgens het nieuwste onderzoek het grootst onder mensen jonger dan 25 jaar. Van de 16- tot 24-jarigen geeft 5,8 procent aan geen boostervaccinatie te willen en 20,7 procent twijfelt. Van de 25- tot 39-jarigen wil 5,5 procent geen boostervaccinatie en 13,7 procent twijfelt. Beide percentages nemen af onder hogere leeftijdsgroepen.