Aanleiding zijn de afgewezen asielverzoeken van twee mensen uit Iran. Ze zeggen echter niet te kunnen terugkeren. De een omdat hij atheïst is geworden en de andere persoon heeft zich bekeerd tot het christendom. Die acties worden in Iran beschouwd als afvalligheid, een vergrijp waarvoor in dat grotendeels islamitische land de doodstraf kan worden opgelegd. Terugkeer naar Iran zou voor deze mensen dus noodlottig kunnen zijn.

De Iraniërs gingen in beroep tegen de afwijzing. De rechter stelde het tweetal aanvankelijk in het ongelijk, maar de RvS vernietigt nu het vonnis van de rechter en sommeert de staatssecretaris tot meer duidelijkheid bij het onderzoeken en beoordelen of een vreemdeling afvallig is.

Als de staatssecretaris het geloofwaardig vindt dat een vreemdeling afvallig of atheïstisch is, moet hij vervolgens onderzoeken of een vreemdeling hierdoor een risico loopt bij terugkeer. Uit de uitspraken over de asielverzoeken blijkt dat dit onderzoek onvoldoende is voor afvalligen en atheïsten die terugkeren naar Iran. De staatssecretaris zal hiernaar dus nader onderzoek moeten doen, beveelt de RvS.