Recept: Piccalilly
Een boek lezen geeft je (soms) de ervaring in een andere wereld te verkeren. Maar terwijl je aan het aanrecht staat, kunnen je gedachten ook een verre vlucht nemen. Daar is maar weinig voor nodig: opgaan in vertrouwde handelingen als bonen doppen, groenten snijden of deeg kneden is voldoende. Specerijen die aan exotische oorden doen denken of een recept dat met een vakantiebestemming samenhangt kunnen die dagdromerij extra kleur en geur geven. Alsof je een beetje op reis bent.
Op een gure dag in januari maakte ik piccalilly en waande me in Britse sferen. Ik mijmerde wat over de teloorgang van grootmachten en over koloniale erfenissen. Want zo zou je piccalilly misschien wel kunnen omschrijven: als een overblijfsel uit de tijd dat de Britten heer en meester waren in India. In een artikel van culinair historicus Lizet Kruyff las ik dat deze zoetzure saus met groenten al in de zeventiende eeuw in Britse kookschriften voorkwam. ”To pickle Lila, an Indian Pickle” is de naam van dat recept uit 1694.
Piccalilly is lekker als alternatief voor augurken of zilveruitjes bij een winters gerecht als stamppot boerenkool. Maar het combineert ook prima met bietjes of bruine bonen. Verder is het een onmisbaar onderdeel van het zogenaamde captain’s diner. Daarover meer over veertien dagen.