Sluiting Guantanamo is morele plicht VS
Guantanamo Bay beleefde deze week een dubieuze mijlpaal. Twintig jaar geleden kwam de eerste terreurverdachte in het omstreden gevangenkamp op Cuba aan. Van sluiting lijkt nog lang geen sprake.
De Republikeinse oud-president Donald Trump had tijdens zijn ambtsperiode alle pogingen om het kamp te sluiten teruggedraaid. Hij verklaarde zelfs dat hij Guantanamo „wat verder op zou vullen met slechte lieden.”
Toen Joe Biden een jaar geleden aantrad, waren mensenrechtenorganisaties echter optimistisch. De nieuwe Amerikaanse president herhaalde de belofte van Barack Obama om Guantanamo te ontmantelen. Afgelopen zomer liet hij zelfs een gevangene vrij.
Van dat optimisme is weinig meer over. In december zette Biden zijn handtekening onder de Amerikaanse defensiebegroting van 770 miljard dollar. Die bevat zoals altijd een verbod om gelden vrij te maken voor het overbrengen van gevangenen uit Guantanamo naar andere landen – laat staan naar het vasteland van de Verenigde Staten.
Die clausule weerspiegelt de vrees van het Congres dat het verhuizen van terreurverdachten naar Amerikaans grondgebied een te grote bedreiging voor de binnenlandse veiligheid vormt. Bovendien heeft de volksvertegenwoordiging een aantal staten, zoals Somalië en Jemen, uitgezonderd als landen die gevangenen over kunnen nemen omdat zij geen effectief functionerende regering hebben.
Biden weet als geen ander dat hij politiek gezien met de rug tegen de muur staat om Guantanamo daadwerkelijk te sluiten. En zeker met de Congresverkiezingen van november in het vooruitzicht, waar de Republikeinen er in de peilingen goed voor staan, lijkt het niet waarschijnlijk dat de president tijdens zijn ambtstermijn nog een grote doorbraak ten aanzien van het gevangenkamp weet te forceren.
De kritiek van mensenrechtenorganisaties op Biden ter gelegenheid van de twintigste verjaardag van Guantanamo is dan ook niet helemaal terecht. Zij verwijten de president dat hij weliswaar de intentie heeft om het kamp te sluiten, maar geen concrete stappen zet.
Op zijn best zal Biden erin slagen een of meer landen ertoe over te halen gevangenen uit Guantanamo over te nemen. Er staan inmiddels dertien namen op de lijst van verdachten die in aanmerking komen om naar het buitenland te worden overgebracht.
Als dat echter gaat in het huidige tempo van één per jaar, dan zal Guantanamo Bay nog wel een aantal Amerikaanse presidenten ‘overleven’. Bovendien zal een aantal verdachten nooit vrijkomen. Onder hen is in elk geval het brein achter de aanslagen van 11 september 2001, Khalid Sheikh Mohammed.
Aan de andere kant heeft elke Amerikaanse president de morele plicht om zich in te spannen voor de sluiting van het kamp in Guantanamo. Het detentiecentrum op Cuba is al twintig jaar omgeven met een kwalijke reuk van martelpraktijken, slechte behandeling van gevangenen en opsluiting zonder vorm van proces. Dat is een blamage voor een land dat zich graag de meest democratische natie ter wereld noemt.