Jezus in ons
Johannes 14:23
„Zo iemand Mij liefheeft, die zal Mijn woord bewaren; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen tot hem komen en zullen woning bij hem maken.”
Indien wij ware gelovigen zijn, is Jezus in ons hart. Hij moet in ons geboren worden, of wij zijn verwerpelijk. Er staat geschreven dat het lichaam van de gelovigen Gods tempel is en Christus wordt genoemd de Hoop van de heerlijkheid onder ons, Zijn tempel, zoals Hij zegt (Johannes 14:23): „Zo iemand Mij liefheeft, die zal Mijn woord bewaren; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen tot hem komen en zullen woning bij hem maken.” Om die reden is het voor gelovigen even onmogelijk verloren te gaan als het voor Christus was te sterven in de schoot van Maria, of voor de maagd Maria om te sterven voordat zij verlost werd. Omdat Christus eeuwig leeft, leven ook wij (Christus in ons hebbend) eeuwig. Zo is Hij nu te volgen naar de troon van de heerlijkheid in de hemel, waar Hij heerst, regeert en bidt voor Zijn volk. Indien een mens waarlijk kan zeggen dat Christus zijn Koning is, en dat hij zichzelf en alle dingen in Zijn handen heeft gegeven en het de begeerte van zijn hart is zich te stellen onder Zijn regering als Heere en Koning en Hem in alles gehoorzaam te zijn, kan die mens verzekerd zijn dat hij reeds een onderdaan van Christus’ Koninkrijk is. Want niemand kan dit waarlijk zeggen dan door de kracht van de Heilige Geest.
Joseph Hart, predikant te Londen
(”Preek over Mattheüs 2:2a, Waar is de geboren Koning van de Joden?”; 1767)