Veel verkrachtingen in groepsverband
In Nederland vervolgt justitie per jaar ongeveer 200 minderjarige jongens voor groepsverkrachtingen. Ze misbruiken de meisjes in groepsverband omdat het hen wel leuk lijkt. Vaak willen de jongens niet onderdoen voor de rest van de groep. Tweederde van de daders is van allochtone afkomst. Van de slachtoffers is driekwart autochtoon.
Het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving deed onderzoek naar groepsverkrachtingen gepleegd tussen 1993 en 2001. De groepen bestaan gemiddeld uit vier jongens van rond de veertien jaar. Vaak hebben zij een gebrekkige gewetensontwikkeling. Over het algemeen verschillen de daders niet van andere jeugdige overtreders.
De slachtoffers zijn gemiddeld rond de dertien jaar. Het zijn vaak meisjes uit een zwak sociaal milieu. Ook hebben zij nogal eens problemen thuis of zijn ze ooit weggelopen. Hun netwerk is doorgaans klein. Soms zijn de daders het enige netwerk dat zij hadden.
Volgens criminoloog en jurist C. Bijleveld scheppen de daders na het delict onderling op over het voorval. Uit het onderzoek blijkt dat de jongens van tevoren bespreken dat zij die avond seksueel contact willen hebben met een bepaald meisje. Vaak vragen ze het slachtoffer of zij daar ook zin in heeft. In de onderzochte gevallen antwoordde ze ontkennend. Toch doen de jongens wat zij willen.
Veelal bedreigen de verkrachters het meisje achteraf zodat het slachtoffer niet naar de politie stapt. Ook verzint de groep een verhaal, voor het geval het meisje moeilijk gaat doen.
De onderzoekers pleiten voor een vervolgonderzoek. Zij willen graag weten of de jongens in herhaling vallen, vooral op volwassen leeftijd.