OM: undercoveragent die suïcide pleegde, leverde niet veel bewijs
De undercoveragent die zelfmoord pleegde tijdens een riskant onderzoek naar drugssmokkel, leverde „weliswaar veel informatie, maar niet veel bewijs”. Die conclusie trok de officier van justitie dinsdag bij de rechtbank in Breda.
De dramatische zelfmoord van de undercoveragent, in april vorig jaar, hield rechtstreeks verband met zijn werk, zo stelde de commissie-Brouwer vorig jaar november op basis van onderzoek naar de omstreden politieactie. De professionaliteit van het team Werken Onder Dekmantel (WOD) van de Landelijke Eenheid van de politie liet volgens de commissie ernstig te wensen over.
Het Openbaar Ministerie heeft het rapport van de undercoveragent niet toegevoegd aan het strafdossier in de zaak tegen de vermeende drugscrimineel Joop M. uit Zevenbergschen Hoek. Dat was omdat de overleden agent de rapporten niet heeft ondertekend en het OM daarom niet kon instaan voor de betrouwbaarheid ervan. Wel keek de Rijksrecherche op verzoek van de rechtbank of het onderzoek belastende of ontlastende informatie opleverde. De conclusie, aldus de officier: „De WOD leverde niet of nauwelijks belastende of ontlastende informatie op over de feiten op de tenlastelegging. Over de invoer van drugs leverde het zelfs helemaal niets op wat be- of ontlastend is.” Wel heeft justitie veel bewijs vergaard uit berichten die Joop M. stuurde via gekraakte communicatienetwerken EncroChat en Sky.
De betrokken undercoveragent werkte vanaf begin 2020 tot zijn dood in april onder zware en riskante omstandigheden tijdens een operatie in Zevenbergschen Hoek in Noord-Brabant, gericht op een veronderstelde drugscrimineel. Het Openbaar Ministerie verdenkt deze Joop M. van grootschalige cocaïnehandel en witwassen. De undercover moest zich voordoen als zijn joviale buurman en een band opbouwen met M. en zijn partner. Hij kwam na verloop van tijd klem te zitten en bezweek ten slotte onder de druk. Met signalen dat het niet goed met hem ging, werd te weinig gedaan.