Kerk te weinig betrokken op aids-probleem
Kerken kennen het aids-probleem, maar zouden er nog meer aandacht aan kunnen besteden, stelt Jan Ouwehand. Wereld Aids Dag -vrijdag- is de dag waarop de wereld stilstaat bij de ongekende HIV/aids-pandemie. De wereld telt de slachtoffers, de nieuwe besmettingen en het aantal doden. De wereld berekent de toekomstige ontwikkelingen, de kansen op besmetting van kinderen en vrouwen.
De kerk spreekt ook een woordje mee. Er wordt opgeroepen tot liefde voor mensen die besmet zijn en voor een hartgrondig nee tegen elke vorm van stigmatisering en discriminatie. Ook de kerken in Nederland worden opgeroepen zich te bezinnen. Met dat doel organiseerde Prisma enkele weken geleden een symposium over de roeping van de kerk in een wereld geplaagd door HIV en aids.
De wereld wordt overspoeld door problemen, problemen die even ernstig zijn als HIV/aids. Soms lijkt er zelfs een strijd te ontstaan over de vraag welke ziekte of ramp nu de meeste slachtoffers vraagt, is het aids, tbc, malaria, geweld…? Alle aandacht en heel veel geld gaat richting HIV/aids en het gevaar is niet denkbeeldig dat aan andere urgent problemen te weinig aandacht geschonken wordt. Hiv/ aids is echter een ramp met een speciaal karakter en stelt ook richting de kerken veel zaken op scherp.
De ernst van de pandemie is mede gevolg van het feit dat zij vooral mensen tussen de 25 en de 49 raakt. Mensen met kleine kinderen, mensen die het inkomen voor de familie moeten verdienen. Het gevolg van de epidemie is dan ook dat er talloze weeskinderen zijn, dat families verarmen en hele gemeenschappen te gronde gaan. De effecten van de epidemie op langere termijn zijn nog volstrekt onbekend. Op korte termijn hebben de 15 miljoen weeskinderen hulp nodig, de miljoenen zieken medicijnen nodig, de families zonder kostwinners steun nodig. Steun en hulp die zonder de betrokkenheid van de kerk nooit geboden kan worden. Dat geldt zeker voor landen waarin de kerken in de gemeenschap vaak de enige functionerende organisaties.
Probleem
De kerken uit het Westen zijn al ruim een eeuw actief in het Afrika beneden de Sahara en de overgrote meerderheid van de mensen in dit werelddeel behoort tot een christelijke kerk. De kerk in Afrika is de snelstgroeiende kerk ter wereld. Bijna een kwart van de bevolking behoort tot evangelische stromingen die grote nadruk leggen op persoonlijke levensheiliging. Tegelijkertijd is dit gebied het zwaarst door HIV getroffen. Er woont maar liefst 75 procent van alle mensen die HIV-positief zijn. Er lijkt nauwelijks verschil tussen het percentage besmettingen binnen de kerken en daar buiten. HIV/aids is iets wat de kerken raakt, niet alleen omdat ze geroepen worden om mensen in nood bij te staan, maar ook omdat de ziekte op grote schaal slachtoffers in de kerk maakt.
Beide kanten vragen om een betrokken kerk! Het vraagt om erkenning dat het probleem ook het probleem van de kerk is. Het vraagt ook om een actieve kerk. Kerkzijn vandaag vraagt om solidariteit. Solidariteit die voortkomt uit de eerlijke erkenning dat de één niet beter is dan de ander. Solidariteit vraagt om begrijpen. We moeten iets van de verbijsterende realiteit van HIV/ aids verstaan. Hoe meer we ervan begrijpen, hoe sterker we betrokken raken.
Zelfs vandaag zijn mensen geneigd te stigmatiseren. De mensen daar zullen het wel aan zich zelf te wijten hebben. Dat jongeren in onze kerken minder vaak getroffen worden door deze ziekte lijkt geen gevolg te zijn van een betere levensstijl dan de jongeren in Afrika. Jongeren hier weten de gevolgen van hun gedrag gemakkelijker te vermijden en zijn ook minder kwetsbaar voor het virus dan de jongeren in Afrika. Meisjes in Afrika staan bloot voor seksuele uitbuiting door ouderen, vrouwen in Afrika zijn kwetsbaar door het gedrag van hun mannen. Seksualiteit heeft soms niets te maken met de beleving van intimiteit tussen man en vrouw, maar is verworden tot een ruilmiddel om te kunnen overleven. Oordelen is altijd oordelen op grond van gebrekkige informatie en gebrekkig inzicht. Hoe meer we ”begrijpen”, hoe minder gemakkelijk we ”oordelen”.
Daden
”Begrijpen” kan verlammend werken. Als de omvang van de problemen zo groot is, als de pandemie zo complex is, wat kan dan gedaan worden? Wat kan de kerk doen? Wat betekent het om kerk te zijn in een omgeving waarin misschien 30 procent van de mensen besmet is met het virus? Wat is kerkzijn in een wereld waarin talloze weeskinderen dreigen te marginaliseren? De kerken in landen waar veel mensen besmet zijn, worden geroepen tot actie. Geroepen om in woord en daad uit te reiken naar mensen in nood. Dat kunnen ze niet alleen, de kerken in het Noorden moeten hen steunen. Steunen door naast hen te staan en niet op hen neer te kijken. De kerken in de getroffen gebieden hebben ons gebed en onze gaven nodig. Kerken en individuele christenen worden niet geroepen om de wereld te redden, maar wel om in woord en daad een teken te zijn van hoop in een ondergaande wereld.
De kerk wereldwijd is geneigd de werkelijkheid waarin we leven als een feit te aanvaarden. Zij is geneigd berusting te verkondigen. Wat staat er op de agenda van de kerk? Hoe hoog scoren de armen, de wezen, de mensen die gestigmatiseerd worden, de stervenden? Heeft de kerk zich de armen, het gebrokene en vervolgde laten ontnemen en zich teruggetrokken in een isolement van zelfgenoegzaamheid? Solidariteit is jarenlang gezien als een ’linkse’ hobby, maar de kerk die de armen, de gemarginaliseerden en het verdrukte kwijtraakt, dreigt een kerk zonder hart te worden. Christenen wereldwijd moeten het niet willen aanvaarden dat zo velen door onrecht van alles worden beroofd, dat zo veel kinderen dagelijks aan de gevolgen van armoede en aids overlijden. De kerk maakt geen verschil door alleen te zeggen wat ze ervan denkt, maar door metterdaad de naaste te zijn.
Verklaring
Tijdens het aidssymposium is breed nagedacht over de roeping van de christenen in het Nederland. De resultaten kunnen in enkele statements worden samengevat:
De door HIV/aids geïnfecteerden en geaffecteerden vragen de kerken in Nederland om waarachtige solidariteit.
De kerk is geroepen tot profetisch getuigenis tegen zonde en onrecht, ook het onrecht waardoor velen kwetsbaar worden voor besmetting met HIV en de armoede waardoor mensen hun keuzemogelijkheden ontnomen wordt.
De HIV/aids-pandemie laat de verwoestende kracht van de zonde zien in alle culturen, juist op het terrein van seksualiteit en huwelijk.
De aids pandemie moet echter niet alleen verbonden worden met seksualiteit maar vooral met armoede. Gelijk gedrag leidt vanwege verschil in rijkdom tot grote verschillen in consequenties.
Preventie van HIV is noodzakelijk, en kerken moeten ondersteund worden om hierin een rol te vervullen, maar ook zorg is noodzakelijk. De politiekmoet opgeroepen worden om anti-retrovirale middelen op grote schaal beschikbaar te stellen aan de mensen die het nodig hebben.
Er is voortdurende aandacht nodig voor HIV/aids en de media worden opgeroepen om daarbij niet alleen aandacht aan de negatieve kanten te besteden, maar ook aan de strijd van (christelijke) organisaties tegen de pandemie.
Bezinning over HIV/aids is ook voor jongeren van belang, het stelt levensstijl en visie op de wereld indringend aan de orde.
Bezinning
Prisma, het samenwerkingsverband van evangelische en reformatorische ontwikkelingsorganisaties, wil de bezinning op het terrein van HIV/aids bevorderen. Aids kan niemand onberoerd laten. Het is voor miljoenen een zaak van leven en dood, het vraagt om waarachtige solidariteit, het roept op tot zelfkritiek en bezinning op de eigen levensstijl. Met het oog daarop heeft de organisatie een lesbrief ontwikkeld voor jeugdgroepen en een lespakket voor middelbare scholen. Kerken en scholen worden ertoe opgeroepen aan deze problemen aandacht te geven. Bezinning leidt tot begrip, begrip leidt tot de daad. En uit oprechte solidariteit voortkomende daden hebben de kerken in zuidelijk Afrika bitter hard nodig.
voetnoot (u17(De auteur is beleidsmedewerker van Prisma, een samenwerkingsverband van reformatorische en evangelische zendings- en ontwikkelingsorganisaties.