Onbekwaam
De ondervinding leert dat de uitwendige roeping niet genoegzaam is tot de ware bekering, aangezien de meeste kerkmensen wel uitwendig worden geroepen, maar niet komen tot het zaligmakend geloof in Christus. De leraars moeten met Jesaja klagen: „Wie heeft onze prediking geloofd?” en Paulus zegt in de Hebreeënbrief: „En het woord der prediking deed hen geen nut.”Hoe komt het dan, zult u vragen, dat een mens wel een natuurlijke zucht heeft tot behoud en dat de meeste mensen het heilzaam Evangelie niet omhelzen? Ach, geliefden, dit komt door de boosheid en de verkeerdheid van een mensenhart. In een mens is geen bekwaamheid om uit zichzelf tot de wedergeboorte te komen, want van nature is de mens dood door misdaden en zonden. Net zo min een lichamelijke dode zichzelf levend kan maken, kan een geestelijke dode dat ook niet. Hij kan wel de middelen van de genade gebruiken waardoor God gewoon is te werken.
Komt het genadewerk door wedergeboorte, ook hier staat de mens machteloos. Want kan ook een kind zich voorbereiden op zijn ontvangenis? Nee toch? Zo kan ook een mens niets toebrengen tot zijn herschepping. De ondervinding leert immers dat de mensen die het meest geschikt lijken tot de wedergeboorte, deze niet deelachtig worden.
J. Hillenius, predikant te Drachten (De mens beschouwd, 1752)